Pagina's

zaterdag 30 augustus 2014

De robots nemen ons werk over

Het is net als met het koken van kikkers: heel langzaam ongemerkt op temperatuur laten komen, zodat ze niet in de gaten hebben dat ze gekookt worden, ter voorkoming van de opstandige reuzensprong uit de pan. Zo gaat dat ook met de komst van de robots die stilletjes aan steeds meer van onze banen overnemen.

De media staat bol van de artikelen die de komst van robots met angst en beven tegemoet zien. Maar het is niet overnacht dat we een invasie van robots over ons heen krijgen die ons werk gaan overnemen, de overname is al decennia aan de gang. Het zijn namelijk niet allemaal robots die ons werk overnemen, gewone computers doen al jaren niets anders. Waren het eerst de banen aan de onderkant van de maatschappij die het zware werk verlichtten, gevolgd door computers die het cijferwerk en administratieve werk vergemakkelijkten, nu is het intelligentere denkwerk aan de beurt. Zelfs de hogeropgeleide journalisten, advocaten, apothekers en onderzoekers moeten vrezen voor hun baan.

Robots zijn al overal
De opmars van de robots is niet meer te stuiten. Wie denkt dat dit onzin is bekijkt het volgende filmpje:



We zijn inmiddels technologisch zo ver gevorderd dat nagenoeg elke menselijke handeling door een robot kan worden uitgevoerd. De implementatie in ons dagelijks leven begint vorm te krijgen. De rondleiding door het Centraal Boekhuis in Culemborg zo’n acht jaar geleden staat mij nog helder voor de geest. Vanaf een balkon bovenin de enorm hoge met stellingen ingerichte hal konden wij een blik werpen op het werk dat er plaatsvond. Geen mens te bekennen! Alle logistieke handelingen werden verricht door elektronisch aangedreven karretjes met armen die op en neer bewogen.

Halverwege de jaren ’90 konden mensen met diabetes, die beducht moeten zijn voor wondjes aan hun voeten, al op afstand gecheckt worden. Iedere morgen moesten zij even een paar minuten plaatsnemen op een scanner in de vorm van een weegschaal en werden hun voeten gescand, geanalyseerd en indien verontrustend werden de gegevens verzonden naar de behandelend arts. Lekker makkelijk, geen verpleegkundige meer voor nodig en niemand hoefde de deur er voor uit.

15-urige werkweek
We kunnen de opmars van robots negatief benaderen door te benadrukken dat onze banen worden overgenomen, maar we kunnen het ook positief zien. Wees nu eens eerlijk is het werk dat we doen eigenlijk wel zo leuk? Zijn wij niet allen loonslaven van het systeem geworden? Wie in loondienst is laat het wel uit zijn hoofd om al te kritisch te zijn om de vaste baan niet in gevaar te brengen, zeker in deze woelige tijden. Vraag eens aan iemand of hij hetzelfde werk zou doen als hij er niet voor betaald zou worden, dan weet je genoeg.

We kunnen er ook de voordelen van inzien. Is het niet een heerlijke gedachte dat we steeds minder hoeven te werken? We werken toch om prettig te kunnen leven? Hoewel nog altijd veel mensen het omgekeerde beweren en hun status ontlenen aan hun werk. Zij zullen zich verzetten tegen de onontkoombare trend. We kunnen het idee dat we steeds minder hoeven te werken niet langer ontkennen. De Engelse econoom John Maynard Keynes heeft in 1930 al voorspeld dat we over 100 jaar nog maar uit 15 uur per week zouden hoeven te werken, niet zozeer vanwege de komst van de robots, maar omdat we dan voldoende welvaart zouden bezitten.

Arbeid wordt schaars
Het probleem waar we voor staan is niet dat we minder hoeven te werken, graag zelfs! Maar de vraag is als de robots ons werk overnemen waar halen we dan ons inkomen vandaan? Daar ligt onze grootste angst. Want hoe kunnen we dan onze levensstijl op peil houden? En de angst is zeker niet ongegrond want om ons heen zien we een groeiende hoeveel mensen die geen of minder werk heeft.

De robots nemen ons werk over dat is een onafwendbaar feit. Nog maar een paar jaar geleden dachten wij dat na de crisis de krapte op de arbeidsmarkt door het uitvloeien van de babyboomgeneratie een groot probleem zou worden. Nu blijkt dat arbeid schaars wordt. Is dat erg? Aan de ene kant is dat een probleem omdat de banen van vandaag de toekomst niet zullen halen. Maar daarvoor in de plaats komen ongetwijfeld andere banen waar we nu nog helemaal geen weet van hebben. Ook robots moeten onderhouden worden, of niet soms? De grote uitdaging waar we met z’n allen voor staan is het inrichten van een samenleving waar iedereen profijt van heeft. Dus blijven we in het lauwe badwater zitten tot we gekookt zijn of nemen we actie?

Hoe kan een nieuw systeem eruit zien?
Ik zie drie oplossingen die bij voorkeur gelijktijdig gestalte krijgen:

Basisinkomen
Om inkomen voor iedereen te garanderen is een onvoorwaardelijk basisinkomen een goed plan. Hierdoor delen we allemaal mee van hetgeen de aarde ons oplevert, ook als de robots ons werk overnemen.

Een 24-urige werkweek
Het werk dat er nog overblijft in de toekomst zal beter verdeeld moeten worden. Als we allemaal wat minder werken blijft er ook tijd over om bij te dragen aan de participatiesamenleving.

Belastingdifferentiatie
Belasting moet geheven worden op dat wat schaars is. Arbeiders zijn niet langer schaars grondstoffen daarentegen worden wel steeds schaarser. Daarom is een verschuiving van belasting op arbeid naar belasting op productie en consumptie een beter idee, daarmee worden de robots belast.

vrijdag 22 augustus 2014

De evolutie beinvloed ons nog steeds

Hebben wij mensen onze eigen driften en angsten in de hand of worden we nog altijd geleid door onze evolutionaire achtergrond? Welke invloed heeft onze evolutie op ons dagelijks leven? En kunnen wij dit gedrag tot voordeel aanwenden?

De mens is van nature argwanend ingesteld en staat voortdurend in de stand van alert zijn op dreigend gevaar. Dit is een overleveringsmechanisme dat nodig was om goed te kunnen anticiperen op gevaar toen ons leven nog onbeschermd en onveilig was. Helaas speelt dit evolutionaire principe ons nog altijd parten, het zet ons in een negatieve stand, vooral als we ons in een vreemde omgeving of vreemde situaties bevinden. Deze negatieve houding speelt een rol in de omgang met mensen in de naaste omgeving, zeker als ze niet uit dezelfde (etnische) groep komen.

De mens kan ook altruïstisch zijn
Ook in de samenwerking met collega’s nemen we vaak deze houding aan waardoor de samenwerking niet altijd vlekkeloos en onbekommerd verloopt. Vooral de relatie werkgever - werknemer wordt er sterk door beïnvloed, waarbij een afstandelijke houding de relatie niet ten goede komt. Dit hindert ons in het proces om medewerkers de ruimte te geven en om zelfstandig zaken op te pakken.

De natuurlijke neiging vanuit de evolutionaire ontwikkeling om op te letten of gevaar dreigt en om daar vervolgens adequaat op te anticiperen, uit zich ook door controle uit te oefenen op onze omgeving. Carsten de Dreu, hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie aan de Universiteit van Amsterdam, doet onderzoek naar beslisprocessen en conflicten in groepen en adviseert dat we wat vaker uit zouden moeten gaan van het goede in de mens. In simulaties waarbij de proefpersonen werden uitgedaagd om een bepaald gedrag aan te nemen komt toch geregeld naar boven dat mensen van nature ook heel aardig en altruïstisch zijn. Dat mag wat meer benadrukt worden.


De voordelen van diversiteit
Prosociaal gedrag is de wetenschappelijke term voor wat mensen gewoon sociaal gedrag noemen zoals aardig en behulpzaam zijn, iets voor een ander over hebben of iets doen voor een ander zonder dat daar per definitie een beloning tegenover staat. Willen we niet allemaal een prettig leven leiden en aardig gevonden worden? Waarom zouden we dan blijven vasthouden aan ons evolutionaire gedrag van vluchten of vechten als we in vreemde situaties terecht komen? Daar schieten we in onze huidige samenleving niets mee op.

De wetenschap dat onze evolutionaire achtergrond ons nog altijd parten speelt kan ons juist helpen in het leerproces om ons gedrag aan te passen en om zaken los te laten, omdat het niet langer nodig is om te overleven. Door de globalisering wordt de wereld om ons heen steeds meer divers en daarmee onvoorspelbaar. De Dreu laat vanuit zijn onderzoeken zien dat het onverwachte ons uit onze comfort zone haalt maar ons daarmee ook aan het denken zet. En eenmaal uit de comfort zone ontstaat creativiteit, want we moeten actie nemen.

Ieder mens telt
Het wordt hoog tijd dat wij het goede in de mens leren herkennen en leren inzien dat ieder mens er toe doet. We kunnen geen oogkleppen opzetten en weglopen voor een multiculturele samenleving die aan het ontstaan is. Door het te ontkennen maken we het leven voor onszelf erg moeilijk maar helpen we ook niet mee om de veranderingen die de samenleving en de gehele wereld doormaakt in goede banen te leiden. Verandering is de norm. We zullen het er mee moeten doen.



donderdag 7 augustus 2014

Waarom TTIP geen goed idee is

De onderhandelingen die sinds een jaar plaatsvinden tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten om tot een geheel nieuw vrijhandelsverdrag te komen is met geheimzinnigheid omgeven. Zelfs de meeste Europarlementariërs hebben geen toegang tot de stukken. Wat steeds meer duidelijk wordt zijn de nadelen die eraan kleven en de onomkeerbaarheid. Vraag is hoe houden we het tegen?

Foto: Sueddeutsche.de
Australië heeft democratisch besloten om in het belang van de volksgezondheid het roken van sigaretten te ontmoedigen. In de nieuwe tabakswet is vastgelegd dat sigaretten alleen verkocht mogen worden in merkloze pakjes. De sigarettenfabrikant Philip Morris zegt daardoor miljarden schade te lijden en heeft daarom de staat Australië voor miljarden aangeklaagd. Nog dichter bij huis eist het Zweedse energiebedrijf Vattenfal 3,5 miljard euro van Duitsland omdat de Duitsers op democratische wijze besloten hebben, na de ramp in Fukushima, de ontwikkeling van kernenergie af te bouwen.

En zo zijn er nog veel meer vergelijkbare claims van bedrijven die hun investeringen in gevaar zien komen door veranderde wetgeving van soevereine staten. Met andere woorden burgers kunnen nog zoveel willen en daar via een meerderheid wetten en regels voor opstellen, als dit niet gunstig uitpakt voor bedrijven dan is de kans groot dat zo’n wet moet worden aangepast of het bedrijf een schadeclaim indient met alle ingewikkelde en dure juridische procedures van dien.

ISDS is niet democratisch
Het nieuw te vormen Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP) is niet zo maar een handelsverdrag maar tevens een investeringsprogramma waarbij verregaande rechten ontstaan bij het bedrijfsleven ten opzichte van een staat waar investeringen gedaan worden. Als een bedrijf in een bepaald land minder winst maakt dan verwacht kan dat bedrijf een beroep doen op het Investor-to-State Dispute Settlement (ISDS), een internationaal arbitrage orgaan, veelal bestaande uit door het bedrijfsleven aangestelde bedrijfsjuristen, waarbij de nationale rechtbanken het nakijken hebben.

De Europese burgers wordt inmiddels voorgehouden dat TTIP het meest prestigieuze handelsakkoord ooit gaat worden waardoor het Westen haar machtspositie in de wereld aanzienlijk versterkt. En daarnaast zal het verdrag iedere burger per jaar zo’n 500 euro opleveren! Hoe dat nu al berekend kan worden is menigeen een raadsel, maar als je geen worst voorhoudt dan lopen de hazen al helemaal niet. Vooral de agrarische sector in ons land is vóór het handelsverdrag omdat ze daarmee nog betere toegang krijgt tot de Amerikaanse markt.

Foto: GreensEFA
Normen en waarden
Het grootste gevaar in het verdrag zit hem in de volledig van elkaar verschillende normen en waarden ten aanzien van omgaan met mens en dier, de natuur en onze planeet. In Europa zijn de rechten voor werkenden, arbeidsvoorwaarden, de consumentenbescherming, voedselveiligheid, klimaatdoelstellingen en milieuwetgeving veel beter en verdergaand geregeld dan in de VS. Zaken die in Europa omstreden zijn zoals gentechnologie en schaliegas wordt in de VS geen strobreed in de weg gelegd immers de vrije markt dicteert. Ook heeft de VS het Kyoto-verdrag voor het terugdringen van de CO2-uitstoot nooit ondertekend.

Dus als het handelsverdrag met ISDS er door komt dan zou het zomaar kunnen dat bedrijven als Monsanto het ons akelig lastig maken als wij democratisch besluiten dat RoundUp massaal verboden wordt. Dan zouden we zomaar een verregaand verbod tegemoet kunnen zien op het moestuinieren met eigen zaden. Dan komt op onze markt vlees beschikbaar dat met groeihormonen is behandeld. En nog een ander belangrijk aspect wat bijna niet genoemd wordt: de arbeid in Europa is relatief duur, wat gaat dat betekenen voor onze banen? De verwachting is dat eenmaal gesloten het akkoord een onomkeerbaar effect zal hebben op ons leven.

Kortom: TTIP zoals het er nu voor ligt is geen goed idee omdat het voorrang geeft aan de vrije markt en aan het bedrijfsleven in plaats van aan de democratische rechten van de burger. 

Help mee door je omgeving te informeren of stuur het volgende filmpje rond.



dinsdag 5 augustus 2014

Wat is geluk?

Vragen we ons wel eens af wat geluk is? Of waarom sommige mensen meer geluk lijken te hebben dan anderen? Is het niet gewoon de manier waarop wij in het leven staan en hoe wij tegen het leven aankijken wat bepaald wat geluk is?

“Geluk is een keuze” of “Geluk creëer je zelf”, hoor je mensen wel eens zeggen. Maar als het leven niet gaat zoals je graag zou willen is dat heel lastig om aan te horen. Bij mij riep dat vaak woede en agressie op als mensen dat zeiden. Jarenlang heb ik niet lekker in mijn vel gezeten en ging mijn leven niet zoals ik mij had voorgesteld. Het dieptepunt was de dood van mijn moeder. Ging het echt zo slecht met mij of had ik gewoon te hoge verwachtingen van het leven?

Inmiddels kan ik mij ook vinden in de uitspraken over geluk. Het is natuurlijk makkelijk om dat te beamen in de wetenschap dat ik de liefde van mijn leven gevonden heb en vanuit de warmte van mijn gezin. Maar dat is ook niet vanzelf gekomen, daar heb ik wel wat voor moeten doen. Want alleen als je van jezelf houdt kan je van een ander houden. Door zelfonderzoek en mijn rol in dit leven te onderzoeken ben ik geworden wie ik wil zijn: mijzelf.

Hoe kan je gelukkig worden?
Toch ben ik best voorzichtig met het botweg toewerpen naar iemand dat geluk een keuze is, omdat het mensen kan kwetsen, weet ik uit ervaring, waardoor het goede relaties onder druk kan zetten. Timing en inlevingsgevoel is daarbij belangrijk. Op het juiste moment ingebracht kan het een eye-opener of een wake-up-call zijn. En dat was wat het met mij deed. In het diepste van het diepste gevoel van misère zag ik toch op een zeker moment het licht. Wil jij gelukkig worden? Blijf hoop houden en blijf de signalen van de mensen om je heen opvangen. Neem een voorbeeld aan hen die gelukkig zijn, zij zíjn het voorbeeld.

Een van de mensen die mij het licht hebben doen zien is de Amerikaanse schrijfster en trainer Marianne Williamson. Zij is vooral bekend door haar tekst “Onze grootste angst” waarover ik al een blogje schreef. Zij heeft een geweldige uitstraling, een enorme kennis, spirituele diepgang en levensvreugde en weet dat zo goed onder woorden te brengen waardoor ieder die het leven even niet meer aan kan kracht en troost vindt in haar woorden. Zo bijzonder en toepasbaar in iedere situatie. Graag deel ik daarom de volgende tekst over wat er nodig is om gelukkig te zijn of te worden.


Geluk                              door Marianne Williamson

Voor bijna elke wereldse bron van geluk bestaat er een op angst gebaseerde reden tot zorg.

We kunnen bijvoorbeeld fantastische kinderen hebben, maar er gaat geen dag voorbij zonder dat we om de een of andere reden bezorgd zijn om hun welzijn. Juist het feit dat we zoveel van onze kinderen houden is, geplaatst naast al het gevaar in de wereld, genoeg om iedere ouder voortdurend ongerust te laten zijn.

We kunnen een geweldige carrière hebben maar de druk is enorm.
We kunnen prachtige relaties hebben, maar mensen blijven mensen.
We kunnen een mooi huis hebben maar ook daar kleven grote verantwoordelijkheden aan.

Kinderen zijn gelukkig omdat ze nog niet een dossier in hun hoofd hebben waarop staat ‘Alle Dingen Die Mis Zouden Kunnen Gaan’. Hun gedachten zijn nog niet zó ingericht dat ‘Dingen Om Bang Voor Te Zijn’ voorrang krijgen boven ‘Dingen Om Lief Te Hebben’.

Tenzij we worden als kleine kinderen kunnen we het koninkrijk der hemelen niet binnengaan; tenzij we worden als kleine kinderen kunnen we niet gelukkig zijn. Kinderen zijn gelukkig omdat ze nog niet alle feiten kennen.

We moeten de feiten volledig loslaten als we gelukkig willen zijn. We moeten besluiten om boven het tumult uit te stijgen als we er werkelijk boven willen vliegen. We moeten op een volwassen, niet op een onvolwassen manier, een heel gebied dat zogenaamd betekenis heeft naast ons neerleggen.

Zolang onze identificatie zich concentreert rond wat we de echte wereld noemen is er geen diepgaand geluk mogelijk. Geluk vereist dat we een wereldse gerichtheid opgeven – niet wereldse dingen maar een wereldse gehechtheid aan dingen. We zullen afstand moeten doen van alle resultaten. We zullen hier moeten leven maar de grap ervan kunnen inzien.

Teneinde gelukkig te kunnen zijn moeten we groter worden dan het wereldse zelf. Zoiets is een fenomenale uitdaging, omdat de wereld onze groei tot superwezens niet ondersteunt. Net zoals kinderen spelletjes doen waarbij ze doen alsof ze volwassenen zijn, en zo de weg vrijmaken voor de volwassenheid, zo moeten jij en ik doen alsof we engelen zijn, edele verlichte zielen die hier alleen maar op bezoek zijn, teneinde werkelijk engelen te worden.

Deze planeet wordt bevolkt door superieure schepselen die ons gaan verlossen, maar ze komen niet van buitenaf; ze komen van binnenuit.

Ze gaan af en aan. Ze zijn onze toekomstige zelven die terugkomen om ons op te pikken, zodat er een toekomst kan zijn. We worden gewenkt door kameraden die al verder op weg zijn en als we hen bezien versnelt onze gang zich naar waar zij zijn. Zo werkt de religieuze eredienst: het doet de tijd die nodig is om de spirituele nabijheid van wie en wat we aanbidden te bereiken, ineenvallen.


Uit: Illuminata – Gedachten en bespiegelingen – Marianne Williamson; 1995, De Boekerij BV, Amsterdam