Pagina's

woensdag 27 juni 2012

Boerenwijsheid en gezond verstand

Het boerenbedrijf is nogal eens negatief in de pers vanwege de megastallen, antibioticaschandalen en de manier waarop met dierenwelzijn wordt omgesprongen. Maar klopt het imago van de boeren wel met de werkelijkheid? Zijn de boeren echt zo slecht als in de media wordt gesuggereerd?

Eigen foto: Koeien in de Betuwe

Zelf kom ik uit een boerenmilieu. Mijn beide grootvaders en een aantal ooms hadden boerenbedrijven. Als kind vond ik niets fijner dan in de vakantie op de boerderij logeren bij neefjes en nichtjes. Overall en klompen aan. Hutten bouwen in het stro. Koeien uit het land ophalen om gemolken te worden. Kalfjes voeren. En natuurlijk verse melk drinken rechtstreeks van de koe. Heerlijke herinneringen aan een mooie kindertijd.

In mijn familie is zuinig zijn, niets verspillen en respect voor de natuur de basishouding. Eten werd bij ons nooit weggegooid, mijn moeder wist er altijd wel iets van te maken. Licht uit als je ergens niet was, deur dicht om de warmte binnen te houden en de verwarming niet te hoog, want de zelfgebreide trui geeft ook warmte. Voor mij is de huidige trend van duurzaamheid dus niets vreemds. Ik ben er mee groot gebracht!

Oog voor duurzaamheid
Het is mijn ervaring dat de boeren omdat ze dicht bij de natuur leven veel respect hebben voor dieren en voeding. Toch heeft het boerenbedrijf steeds meer kritiek te verduren. De bio-industrie met zijn megastallen en de diverse ruimingen vanwege ziekten heeft het imago van de boer geen goed gedaan. Vooral het gebruik van antibiotica in de veeteelt staat ter discussie. Steeds meer mensen maken zich druk over de kiloknallers en eten daardoor minder of geen vlees meer. Ook het drinken van melk neemt per hoofd van de bevolking af.

Op 14 juni 2012 promoveerde Jesús Rosales Carreón aan de Universiteit van Groningen op het onderwerp duurzaamheid in de landbouw. In zijn proefschrift getiteld: “Mind and soil. Knowledge aspects of sustainable agriculture.” concludeert hij dat de oudere boer meer oog heeft voor duurzaamheid dan de jongere. Geld verdienen speelt bij lager opgeleide jongere boeren een belangrijkere rol dan de omgevingsaspecten. Ook zijn oudere boeren meer gericht op de langere termijn, waardoor zij eerder investeren in duurzame toepassingen die over langere termijn rendement opleveren, dan de jongere boeren die in korte termijn handelen.

Commercie en antibiotica
Foto: nu.nl
Voor mij is de conclusie uit het onderzoek niet vreemd. Mijn familie is van ‘de oude stempel’ en kijkt veel meer naar de lange termijn. Hoewel maar een klein aantal van de jongere generatie neven en nichten nog een boerenbedrijf runt, staat bij de meesten de zorg voor de natuur en het milieu nog altijd hoog in het vaandel. Dat hebben we allemaal met de paplepel ingegoten gekregen. Die houding raak je niet meer kwijt.

We moeten concluderen dat ook het boerenvak is vercommercialiseerd. Alle elementen van het vak worden in geld uitgedrukt. Hierdoor ontstaan onwenselijke situaties. Het zijn niet zozeer de boeren die dit in het leven hebben geroepen, het is het systeem waar we inzitten. Hier ligt een belangrijke taak voor het agrarisch onderwijs weggelegd om de boeren van de toekomst de juiste kennis en ethiek bij te brengen.

Gelukkig is een tegenreactie zichtbaar. Het gebruik van teveel antibiotica is inmiddels een groot gevaar geworden voor de algehele volksgezondheid, daarom wordt er nu paal en perk gesteld aan het gebruik ervan. Gisteren publiceerde de Autoriteit Diergeneesmiddelen (SDa) een onderzoek naar het gebruik van antibioticagebruik in de Nederlandse veehouderij in 2011. Het betreft hier een soort nulmeting met indicatoren waarbij gestreefd wordt het gebruik van antibiotica met minstens 50% in de komende jaren terug te brengen.

Van monocultuur naar biodiversiteit
Om te voorkomen dat de veestapel ziek wordt stappen veel boeren over op het uitvoeren van zeer strikt hygiënemaatregelen. Of dit nu de juiste weg is om de problemen te voorkomen daarover heb ik zo mijn twijfels. We moeten iets doen aan de echte oorzaak: het ontstaan van een monocultuur onder druk van het commerciële systeem waarin we leven. Ook is het geen verbetering voor dierenwelzijn om dieren te laten leven in een steriele omgeving.


Zodra we ons realiseren dat een natuurlijke omgeving zowel voor mens als dier de gezondste manier van leven is hebben we (bijna) geen antibiotica nodig. Zodra we inzien dat een gemengd bedrijf, zoals we dat vroeger kenden, de biodiversiteit ten goede komt waardoor de balans tussen mens en dier en de natuur wordt hersteld, pas dan zijn we op de goede weg.

Herstel natuurlijk evenwicht
Als hobbyboer zijn bij mij alleen natuurlijke producten toegestaan. In onze moestuin wordt zoveel mogelijk biologisch dynamisch gewerkt. Dat levert nogal eens frustratie op als een leger slakken een complete kaalslag heeft toegebracht aan de moestuin. Maar ik blijf geduldig zoveel mogelijk handmatig de slakken uit de tuin verwijderen in de hoop dat mijn inzet op termijn zijn vruchten afwerpt.


Misschien is het pure nostalgie maar wat is er nu mooier dan een pasgeboren biggetje van dichtbij te bekijken? Nog zie ik mij als kind in de stal bij mijn grootvader. Hij haalde een paar biggetjes uit het hok en ieder kleinkind kreeg er een in de arm gedrukt om kennis te maken met nieuw leven. Mijn grootvader maakte zich niet druk om onze snottebellen of vieze handen. Bij hem was de natuur in evenwicht.

dinsdag 19 juni 2012

Basisinkomen als pensioenvoorziening

In Brussel wordt flink gediscussieerd over een nieuw en vooral lifecycle bestendig Europees pensioenstelsel. Vragen als: wie heeft er recht op en hoe moet het pensioen gefinancierd worden? En onderwerpen als: levensverwachting, vergrijzing, migratie, genderaspecten, leeftijd en armoedegrens spelen hierbij een rol.

De Europese groene partijen (European Green Party) werken samen aan de elementen voor een vernieuwd pensioensysteem. Op 2 juni 2012 werd ter aanvulling op de strategische visie die is vastgelegd in “The social dimension of the Green New Deal” een vergadering belegd om input te gegeven aan het laatste onderwerp: de pensioenen. Op uitnodiging en ter vertegenwoordiging van De Groenen nam ik deel aan de discussie. Een goede kennismaking met de Brusselse politiek.

Het pensioensysteem zoals we dat vandaag kennen staat onder druk. Niet alleen de vergrijzing van de totale samenleving, waardoor de pensioenen onbetaalbaar dreigen te worden, maar vooral de manier waarop de werknemer van de toekomst aan het werk zal zijn geeft aanleiding tot herziening van het huidige systeem. De nieuwe zelfstandige werker (deeltijdwerker, ZZP-er) vormt een snel groeiende groep die op dit moment onvoldoende bijdraagt aan een collectief pensioensysteem. Het is de grote uitdaging om ook deze groep deel te laten nemen aan de opbouw van een pensioensysteem waarvan ze later zelf de vruchten kunnen plukken.

In de verschillende Europese lidstaten is het pensioensysteem anders ingericht, maar in grote lijn komt het op hetzelfde neer. Het huidige pensioensysteem is opgebouwd uit drie pijlers:
1. Uit publieke middelen gefinancierd (bij ons bekend als AOW);
2. Gefinancierd vanuit arbeid bij bedrijven (de bedrijfspensioenen);
3. Privéspaarsystemen (koopsompolissen en andere levensloopregelingen).

Levensverwachting, migratie en gender
Verschillende elementen die van invloed zijn op een nieuw te ontwikkelen systeem zijn in de vergadering besproken. Zal de levensverwachting van de huidige generatie verschillen van de toekomstige generatie? Moeten we iedere nieuwgeborene een pensioendatum meegeven gebaseerd op de verwachte leeftijd die iemand zal halen? Maar welke leeftijd is dat dan? Door slechtere eetgewoonten en het feit dat we steeds minder bewegen zal de levensverwachting van de jongere generatie veranderen. Lineair doortrekken van de opgaande lijn zoals we dat jaren gekend hebben is vandaag de dag niet meer zo vanzelfsprekend.

De grenzen in Europa vervagen steeds meer. Daarom is de wens geuit om meer flexibiliteit en overdraagbaarheid in te bouwen in een nieuw systeem. Als je vandaag verhuist naar een ander land dan heeft dat gevolgen voor je pensioen. Willen we meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt dan moeten we ook wat aan de pensioenen doen. Er bestaat nog altijd een verschil tussen mannen en vrouwen als het om pensioenen gaat. Het getuigt van respect voor het individu en respecteert het feit dat ieder mens gelijkwaardig is om dergelijke verschillen uit een nieuw systeem te halen.

Ook de solidariteit en de hoogte van pensioenen was subject ter discussie. Moeten we pensioenen afhankelijk maken van het vermogen dat iemand bezit en belasting gaan heffen op pensioenuitkeringen? De pensioenleeftijd die in Europa sterk verschilt maakt de discussie extra ingewikkeld. Een mogelijke oplossing kan zijn: hoe hoger iemands uitkering, hoe later het pensioen ingaat? Allemaal ideeën die serieus genomen moeten worden.

Basisinkomen voor pijler 1
De algehele conclusie van de vergadering is dat een sociaal en economisch haalbaar pensioensysteem aan een aantal eisen moet voldoen. Het moet transparant zijn, niemand weet op dit moment exact wat hij/zij ontvangt op de pensioendatum. Het moet toegankelijk zijn voor iedereen zodat in een bestaansminimum wordt voorzien. Het moet vooral een eenvoudig systeem zijn met weinig uitzonderingen waardoor minder regels en handhaving nodig zijn. En om het verder betaalbaar te houden zal er een plafond ingebouwd moeten worden.

Ondanks dat een onvoorwaardelijk basisinkomen het afgelopen jaar in een eerdere ronde al uit de discussie is geweerd en derhalve geen onderwerp is van deze discussie zie ik in de conclusie toch alle ingrediënten voor het invoeren van een basisinkomen voor iedereen. Vooral ten behoeve van de eerste pijler zou het een hele mooie oplossing zijn! Het is eenvoudig, eenduidig, transparant en makkelijk te handhaven.

Gastvrij Brussel
Blij verrast was ik over de gastvrije ontvangst overal in Brussel. Ik logeerde in een bed & breakfast en werd allervriendelijkst ontvangen en van alle gemakken voorzien door een dame in een schitterend mooi pand in huiselijke sfeer vlak bij het Brussels Parlement. Toen ik de volgende morgen na een (h)eerlijk ontbijt mijn weg zocht naar de vergaderlocatie en ik even de weg kwijt leek te zijn, schoot een vriendelijke heer mij behulpzaam tegemoet. Dezelfde hulpbereidheid ervoer ik bij het reizen met de metro. Alleen over de Thalys op de heenreis was ik minder te spreken. In de overvolle wagon voelde ik mij als een haring in een ton. Conclusie: een te dure rit met weinig comfort. Voor de terugreis, waar geen tijdsdruk op zat, had ik gelukkig de gewone trein, dat was een stuk relaxter.

Jarenlang heb ik niet geweten hoe ik tegen Brussel aan moest kijken. Gevoed met ideeën en mooie ontmoetingen ben ik absoluut een ervaring rijker door deze uitnodiging. Ook ben ik ervan overtuigd dat ik weer een zaadje heb kunnen zaaien. Ondanks dat het basisinkomen op dit moment geen onderwerp is in een nieuw te ontwikkelen pensioensysteem zie ik daarvoor toch genoeg mogelijkheden alsook gelegenheid. En ik was zeker niet de enige want een aantal van de collega’s uit de andere lidstaten waren erg geïnteresseerd in hoe wij in Nederland tegen het basisinkomen aankijken. Op naar een Europabreed basisinkomen!

zaterdag 2 juni 2012

Ervaring werkt (niet)

Schokkend om te lezen dat je als 40-plusser al uitgerangeerd bent als het om werken in loondienst gaat, terwijl je met de veranderende pensioenleeftijd nog tot 67 jaar moet blijven werken. Heeft het met de crisis te maken of is het een nieuwe trend?

Het is een heel verschil in welke fase de economie verkeert als het gaat om het inhuren van werknemers en de eisen die over en weer gesteld worden. In de hoogconjunctuur van de jaren ’90 ten tijde van schaarste was er duidelijk sprake van een aanbiedermarkt. Werkgevers hadden moeite om mensen aan te trekken dus lokten ze werknemers met nieuwe auto’s, ballonvaarten en ander incentives. De tijdens zijn sindsdien veranderd.

Conjunctuur speelt mee
In die tijd van hoogconjunctuur moest ik in mijn team een aantal nieuwe mensen werven. De ene na de andere jonge starter op de arbeidsmarkt kwam voorbij. Nog nat achter de oren, regelrecht van de universiteit met een eisenpakket waar je U tegen zegt. Een van de jonge sollicitanten eiste zonder blikken of blozen een RAF4. Ik moest even slikken, niet vanwege de eis die hij op tafel legde, maar wel omdat ik als niet-autodeskundige geen flauw benul had waar hij het over had!
 
Toen ik zelf voor het eerst solliciteerde was ik ambitieus, ietwat naïef, maar alleszins inschikkelijk. Niet vreemd want toen ik de arbeidsmarkt opkwam, midden jaren ’80, lagen de banen niet voor het oprapen. Ik herinner mij zelfs dat de post een tijd gestaakt heeft waardoor ik mijn sollicitatiebrieven persoonlijk ben gaan bezorgen. Wat dat betreft is internet een stuk makkelijker. Ook de techniek is flink veranderd.

De veranderende arbeidsmarkt
De economische recessie waarmee ik zelf de arbeidsmarkt opkwam is met niets te vergelijken met waar we nu voor staan. Of is het mijn perceptie omdat ik inmiddels dertig jaar ouder ben? Ik zie momenteel meer mensen zonder werk om mij heen dan mét werk! De laatste weken verschijnt het ene na het andere artikel in de krant over de oplopende werkloosheid. Niet alleen de jongeren hebben ermee te kampen ook de mensen vanaf veertig jaar zitten tegenwoordig al in de gevarenzone. Het UWV meldde het afgelopen jaar dat van alle 686.000 werklozen die een baan vonden er 10% boven de 45 jaar was en slechte 2% boven de 50 jaar. Zowel ouderen als starters op de arbeidsmarkt hebben het moeilijk.

Kansen op het verwerven van een nieuwe baan nemen af naarmate men ouder is. En niet alleen als je werkeloos bent, want wat mij opvalt is dat het ook moeilijker wordt om van baan te veranderen nadat je de 40 gepasseerd bent. En dan heb je dus nog niet eens de helft van je carrière erop zitten. Hoe moet dat als de AOW-leeftijd naar 67 jaar wordt opgeschoven? Waar kunnen al die mensen hun jaren werkend doorbrengen? We kunnen concluderen dat er sprake is van leeftijdsdiscriminatie en dat het tijd wordt dat er wat veranderd.

Oorzaak en gevolg
Een belangrijke oorzaak van deze leeftijdsdiscriminiatie ligt in het feit dat vanaf de jaren '90 veel ouderen met de VUT zijn gegaan. Het onderzoek van Professor Dr. Beate van der Heijden, hoogleraar aan de Radboud Universiteit Nijmegen, bevestigt dat er sprake is van leeftijdsdiscriminatie. Onder de titel “Als het getij verloopt, verzet men de bakens” deed zij onderzoek naar de rol van leeftijd bij het aannemen van personeel. Is er iets mis met het imago van de oudere werker of is er iets mis met het oordeelvermogen van de recruiter?

Een groot probleem ligt bij de leeftijd van de huidige recruiter. Het zijn vooral de dertigers die posities bezetten van werving en selectie. Zij moeten oordelen over mensen die ouder zijn dan zijzelf. Zij kunnen zich moeilijk identificeren met ouderen, zeker omdat ze vrijwel nooit met ouderen hebben samengewerkt. Als die ouderen dan ook nog eens net zo oud zijn als hun eigen ouders, de leeftijdsgroep waar zij zich al jaren tegen afzetten, dan schept dat een extra afstand. Toen ik dit in een discussie aan de orde stelde bij een aantal jongeren zei iemand tegen mij: “Ja, maar jij bent nog niet zo oud als mijn ouders.” Toen ik dat verifieerde bleek dat niet zo te zijn! Hoezo vooroordeel?

Spelregels
Het is mijn ervaring dat erover in gesprek gaan veel negatieve perceptie bij jongeren wegneemt. Maar als zo’n gesprek niet plaatsvindt, om welke reden dan ook, dan houdt men een negatief gevoel als het om leeftijd gaat. Niemand is gelijk, dus waarom de leeftijd als indicatie nemen voor het afserveren van werknemers? “Moeten er spelregels komen voor sollicitaties?” vroeg Frank Kuitenbrouwer zich af in een artikel in de NRC Next op 7 juni 2010. Maar nog meer regels zorgen er echt niet voor dat sollicitaties beter, sneller of eerlijker verlopen.

Willen we werknemers die zelfstandig nadenken en handelen dan kunnen we beter de verantwoordelijkheid neerleggen bij de oudere medewerkers. Uit het onderzoek van Van der Heijden blijkt dat jongeren vaker een afwachtende houding aannemen ten aanzien van de werkgever of de leidinggevende. De eigen referentiekader is nog smal waadoor het ze aan een eigen mening en zeggingskracht in de organisatie ontbreekt.

Kansen
Er zijn voldoende kansen om dit probleem aan te pakken. Combineer leeftijden in het arbeidsproces. Zet jongeren en ouderen bij elkaar zodat ze van elkaar kunnen leren en elkaar gaan waarderen. De mainstream gedachte is dat we voor altijd jong willen blijven, dat brengt met zich mee dat we oud niet leuk vinden. Aan die denktrant zullen we wat moeten doen.

Toch ben ik hoopvol gestemd omdat de gemiddelde leeftijd de komende jaren in organisaties omhoog zal gaan. We zitten nu in een crisis, maar de grote uittocht van de babyboomgeneratie houden we niet tegen en met de krimpende arbeidsmarkt hebben we straks weer alle hens aan dek nodig.