Pagina's

zaterdag 22 oktober 2011

Strikt gescheiden

We zien steeds meer dat ons werk- en privéleven met elkaar verweven worden. Dat is vooral te danken aan de digitalisering van onze samenleving en de mobiele technologie die dat mogelijk maakt. Maar de vraag is of iedereen daar wel zo gelukkig mee is?

Het is heerlijk dat we steeds meer plaats- en tijdonafhankelijk kunnen werken. ‘Het Nieuwe Werken’ heeft het gevoel van vrijheid absoluut versterkt. Mensen die geloven in eigen kracht kiezen steeds vaker voor een zelfstandig bestaan. Ook voor mensen die hun werk en gezin op een goede manier willen combineren is het een zegen als ze ook thuis kunnen werken en dichtbij zijn als de kinderen zorg nodig hebben. Vooral de digitale mogelijkheden heeft het aantal ZP-ers sterk doen stijgen. Een groei waarvan het einde nog niet in zicht is.

Grenzen stellen
Toch zijn er nog voldoende tegengeluiden te horen van mensen die helemaal niets moeten hebben van de inmenging van hun werk in hun privéleven en andersom. Als je door de technologische mogelijkheden overal en altijd bereikbaar bent is dat voor mensen die moeilijk de scheidslijn kunnen hanteren en moeilijk ‘nee’ kunnen zeggen een potentiële kans op problemen. Natuurlijk is het van groot belang om zelf je grenzen te bepalen. Zo liet ik in mijn blogje van 29 juli zien dat ik op vakantie geen PC meeneem en in principe onbereikbaar ben. Als je niet goed voor jezelf zorgt ligt overbelasting op de loer en kan leiden tot ziekteverzuim of zelfs tot een burn-out.

Inbreuk op de privacy
Onlangs sprak ik met iemand van een hogeschool die resoluut aangaf werk en privé strikt gescheiden te houden. Het gesprek ging aanvankelijk over de voor- en nadelen en de gebruiksmogelijkheden van twitter. Ik liet haar zien dat je als 'ego-tripper' heel goed je eigen boodschappen kunt verkondigen door inhoudelijk te twitteren, zonder ook maar iets van jezelf prijs te geven. Maar dat je daarmee de functie van twitter als sociaal medium tekort doet. Want alleen door iets van jezelf te laten zien en de interactie aan te gaan ontstaat de verbinding met de ander. Daar ligt de winst.

Wil je sociaal zijn dan betekent dat verbindingen aangaan. “Betekent dat ook dat je over je privéleven twittert?” vroeg mijn gesprekspartner. “Ja hoor, dat hoort daar ook bij”, antwoordde ik. Als door een bij gestoken veerde zij op en zei: “Je gaat toch geen persoonlijke informatie delen met de hele wereld, dat maakt je toch ontzettend kwetsbaar?” Een boeiend gesprek volgde.

De discussie spitste zich vooral toe op wat persoonlijke en vertrouwelijke informatie is en wat niet. Ik kwam er achter dat zij totaal niets met collega’s deelt. Dat zij amper weet of collega’s getrouwd zijn, laat staan wat ze in hun privétijd uitspoken. “Maar is dat niet ontzettend jammer dat je helemaal niet over andere zaken dan over je werk met je collega’s praat?” vroeg ik haar. “Nee, helemaal niet, zolang ze niets over mijn privéleven weten kunnen ze dat ook niet tegen mij gebruiken”, was haar argument. En daarmee schetste zij in een klap de cultuur van haar organisatie: een cultuur van angst.

Succes van het verbinden
Toch is de herkenbaarheid groot. Zelf heb ik jarenlang onder dezelfde omstandigheden gewerkt. Als je maar even je masker liet zakken en je kwetsbaarheid liet zien was dat voor anderen een mogelijkheid om je onderuit te halen. Erg ongelukkig heb ik mij in die jaren gevoeld. Ik ben er achter gekomen dat vooral het aangaan van verbindingen en je kwetsbaarheid durven tonen de sleutel vormen om gelukkig te kunnen zijn in je werk en dat wens ik iedereen toe.

Mijn gesprekspartner vervolgde “Het is hier geen sociale werkplaats, we zijn professionals ingehuurd om een prestatie te leveren. Als je niet over je privéleven praat hoef je niet bang te zijn emotioneel te worden.” Ik kon alleen maar denken: “Wat een akelig gevoel om in zo’n omgeving te moeten werken. En wat een gemiste kans om echt het verschil te maken als organisatie.”

Kennis en emoties delen
Natuurlijk weet ik dat er nog zat bedrijven zijn waar scheiding tussen privé en zakelijk normaal is, maar toch ben ik iedere keer weer verrast over extreem patriarchale toestanden binnen sommige organisaties. Vooral in het onderwijs kom ik ze maar al te vaak tegen. En dat is jammer, want we leven in een veranderende samenleving. Transparantie en openheid zijn begrippen die passen binnen deze verandering. De graaiende topmanagers zijn niet langer onzichtbaar. De misstanden in de financiële sector worden blootgelegd. Zelfs de katholieke kerk ontkomt er niet aan.

Willen we een kenniseconomie worden dan zal vooral het onderwijs nog een belangrijke draai moeten maken. Willen we creatief en innovatief zijn zal er veel meer gedeeld moeten worden dan kennis alleen. Ook emoties spelen hierbij een belangrijke rol. Mijn handen jeuken om daarmee aan de slag te gaan binnen onderwijsorganisaties. Maar zolang de top van de hogescholen en de universiteiten nog sterk verankerd zijn in het ‘oude’ denken zal dat lastig zijn. Misschien moeten we wachten tot de babyboomers met pensioen gaan voordat grootschalige verandering echt kan plaatsvinden?

Je hoeft heust geen vrienden te zijn of geregeld bij elkaar over de vloer te komen, maar wat meer aandacht voor de mens achter de collega zal in veel gevallen de werksfeer ten goede komen en een impuls zijn voor nieuwe initiatieven. En die bedrijven die zich verzetten tegen transparantie en openheid zullen vanzelf verdwijnen omdat de nieuwe generatie daar niet wil werken.

dinsdag 4 oktober 2011

Kennis en ervaring in de wachtkamer

“Doet u vrijwilligerswerk? Geef dit dan aan bij uw uitkeringsinstantie, want het kan gevolgen hebben voor uw uitkering.” Ik erger mij groen en geel aan dit radiospotje. Waar zijn wij nu helemaal mee bezig in dit land?

Alle bedrijven zitten in een kramp vanwege de crisis en bewegen voor geen meter. De arbeidsmarkt zit volledig op slot omdat geen enkel bedrijf een beslissing durft te nemen. Door deze afwachtende houding van de werkgevers neemt de werkloosheid eerder toe dan af. Moeten al die werklozen ook afwachtend toezien op wat komen gaat? Laat ze lekker vrijwilligerswerk doen dan beweegt er in ieder geval nog iemand in dit land.

Juist de mensen met het hart op de goede plaats die niet werkeloos op de bank gaan zitten maar de handen uit de mouwen willen steken voor de samenleving worden door één reclamespotje de boom ingejaagd. Wie neemt er dan nog de moeite om iets goeds te doen voor een ander als daarmee je uitkering in gevaar komt? Niemand toch! Terwijl het juist ontzettend goed is om mensen, op welke manier dan ook, aan het werk te houden. Daarmee blijven vaardigheden behouden of worden juist uitgebreid.

Slimme inzet
Hebben de uitkeringsinstanties niets beters te doen dan mensen schrik aan te jagen? Ze kunnen beter creatief meedenken met de werklozen om ze op een goed manier weer ingezet te krijgen. Laat ze met de bedrijven innovatieve oplossingen bedenken om meer mensen actief aan de slag te laten gaan. In de jaren ’80 hadden we zo iets als arbeidstijdverkorting. Dat was pas slim. Iedereen iets minder werken zodat meer mensen actief konden zijn. Waar zijn dergelijke regelingen nu?

Door de overheidsbezuinigingen raken veel NGO’s en Goede Doelen organisaties hun subsidie kwijt waardoor ze met minder arbeidskrachten hetzelfde werk moeten doen. Laat vrijwilligers en werklozen daar een helpende hand bieden. Als ze deze organisaties helpen omvormen zijn die in de toekomst in staat op een andere manier te werken.

Veel zelfstandigen zonder werk
Uit de werkeloosheidscijfers blijkt dat wij het in Nederland ten opzichte van de EU nog niet zo slecht doen. De laatste cijfers van het CBS komen uit op 5,3%. Een prima percentage als we onze economen mogen geloven, binnen de marge van een evenwichtige arbeidsmarkt die ligt tussen 5 en 6%. Daaronder is slecht voor de flexibiliteit en verhoogt de druk op de lonen en boven de 6% is slecht voor de sociale lasten.

Toch denk ik dat het percentage hoger is dan wordt aangenomen. Een grote groep die niet in de cijfers voorkomt zijn de zelfstandigen (ZP-ers of ZZP-ers) waarvan er velen op dit moment geen of weinig werk hebben. Zij zijn de flexibele schil rondom de arbeidsmarkt die de ergste klappen opvangt en die niet tot uitdrukking komt in de cijfers. De omvang van deze groep is bekend, maar hoeveel van deze zelfstandigen momenteel geen werk hebben blijkt moeilijk te achterhalen.

Onbenut vermogen

“Onze economie verkeert in zwaar weer”, zei minister de Jager op Prinsjesdag, “waarbij alle zeilen moeten worden bijgezet en alle mogelijkheden benut.” De afwachtende houding van werkgevers werkt door naar de werkvloer waar ook de actie stokt met alle gevolgen van dien. United Sense doet al jaren onderzoek naar het onbenut vermogen in organisaties met soms schokkende uitkomsten. Ik ben er van overtuigd dat in deze crisistijd de cijfers nog verder zijn opgelopen.

Willen we onze economie uit het slop halen dan moeten we alle capaciteit benutten die er is, zowel binnen organisaties als de mensen die nu zonder baan of werk aan de kant staan. Dat betekent dus niet de vrijwilligers en ‘werkwillenden’ ontmoedigen, maar juist stimuleren en de kans geven om wat te gaan doen. De mensen die nu aan de kant staan zien met lede ogen aan dat de economie tot stilstand is gekomen. Zij staan te popelen om daar iets aan te doen.

Frisse wind
Laten we ophouden met afwachten. De oplossing komt toch niet van buitenaf. Iedereen is in staat om het tij te keren. “Vreemde ogen dwingen”, luidt het spreekwoord, laten we dat ter harte nemen. Als het bedrijfsleven massaal mensen die nu aan de kant staan een kans geeft om een aantal uren per week betaald in actie te komen, dan zullen zij door de frisse wind die er binnen de bedrijven gaat waaien, veel mensen mee krijgen in de weg omhoog. Het is net als met de beurskoersen: het is een en al sentiment wat ons drijft. Waar wachten we nog op?