Pagina's

dinsdag 20 april 2010

Ik kan twee dingen tegelijk! U niet?

De laatste dagen kwamen er weer een aantal tweets voorbij over multitasking. Dit keer met de verrassende uitkomst dat vrouwen niet beter twee dingen tegelijk kunnen dan mannen. Hè, hè kunnen de mannen zich ook weer eens op de borst kloppen over een onderwerp waar vrouwen vermeend beter in zijn.

Vroeger zei mijn moeder als we erg veeleisend waren: “Ja ho even, ik heb maar twee handen dus ik kan niet alles tegelijk.” Maar toch kon zij alles tegelijk. Ze had zelfs ogen in haar achterhoofd en zag alles wat wij achter haar rug uitspookten. Vrouwen staan er om bekend meer taken tegelijk te kunnen uitvoeren. Daarom zijn het geweldige organisatoren die aan alles denken tot in de kleinste details. Kijk maar eens in uw eigen keuken: tijdens het koken, telefoneren ze en letten ondertussen op de kinderen. Terwijl mannen liever alleen met koken bezig zijn en de kinderen achter hun rug ongestoord hun eigen gang gaan, zoals de snoepdoos plunderen net voor het eten.

Toch blijkt het een mythe dat vrouwen over de bijzonder eigenschap van multitasking beschikken. In oktober van het afgelopen jaar promoveerde Paolo Toffanin (Italiё, 1979) aan de medische faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen. In zijn proefschrift getiteld “Brain economics: housekeeping routines in the brain” constateerde Toffanin dat multitasking niet bestaat, we kunnen geen twee dingen tegelijk. We kunnen hooguit verschillende taken snel achter elkaar afhandelen.

Al jaren wordt er onderzoek gedaan naar het fenomeen multitasking. Uit een zeer recent Frans onderzoek van de wetenschapper Etienne Koechlin blijkt wederom dat het onmogelijk is om meer dan twee complexe taken tegelijk uit te voeren. Bij twee taken is dit nog wel mogelijk, want uit hersenscans blijkt dat de taken door verschillende hersenhelften worden uitgevoerd, maar daar houdt het dan ook wel bij op. Dus de mythe dat vrouwen meer taken tegelijk kunnen uitvoeren is hiermee wetenschappelijk vastgesteld en dus definitief van de baan.

De werknemer 2.0
Hebben we dan nu een probleem? We zijn namelijk op weg naar een nieuwe werkende generatie, de werknemer 2.0. Ze zijn opgegroeid met computers, internet, een virtuele wereld, slimme communicatiemiddelen en sociale netwerken dus moeten overal wat vanaf weten, want alles is te vinden op internet. Daarnaast moeten zij ook alles kunnen en vooral alles tegelijk: internetten, telefoneren, twitteren, beelden en teksten versturen en chatten. Door de beschikbaarheid van technische mogelijkheden verwachten wij een hoop van de nieuwe generatie. Kunnen zij dit wel waarmaken?

Toch lijkt het erop dat de nieuwe generatie veel meer kan dan de huidige generatie, afgezien van de nieuwe wetenschappelijke onderzoeken. En toch hebben ook zij nog steeds hetzelfde lijf en maar twee handen. De nieuwe generatie werkers zijn multifunctioneel, omdat ze geleerd hebben om activiteiten te combineren. Zij kunnen bijvoorbeeld razendsnel lopend of fietsend hun mobieltje bedienen. Ook opmerkelijk is dat ze dat met hun duim doen, hét kenmerk van de nieuwe generatie. Met welke vinger bedient u uw mobieltje, trouwens?

Gebruikt de nieuwe generatie de hersenen anders, kunnen zij echt slimmer werken? De signalen zijn er, maar toch is dat niet het geval. Ook hier geldt dat ze zaken slimmer aanpakken. Ze zijn opgegroeid met allerlei technische hulpmiddelen en hebben geleerd zaken anders aan te pakken en taken virtueel af te handelen, wat veel tijd scheelt.


Nog een mythe is dat mensen met een hoger IQ meer van hun hersencapaciteit gebruiken. Dat blijkt niet waar, ze zetten hun hersencapaciteit gewoon slimmer in, hebben een betere timing en beroepen zich op hulpbronnen zoals hun geheugen. Dus ook bij het gebruik van hersenen geldt: het gaat niet om de kwantiteit maar om de kwaliteit. Blijkbaar gebruiken vrouwen hun hersenen slimmer bij het uitvoeren van verschillende taken.

De echte doorbraak moet nog komen
Jarenlang zijn wij er vanuit gegaan dat technologie ons hielp om meer kwantiteit te leveren en sneller te werken. Maar we hebben alleen geleerd om onze oude routines op een snellere manier te doen. De echte doorbraak komt als we bereid zijn onze oude gewoonten los te laten en op geheel nieuwe manieren te gaan werken. Dan pas zal de technologie echt effect gaan opleveren.

Wilt u weten of u tot de nieuwe generatie werkers behoort? Het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie (NCSI) heeft een leuke test ontwikkeld.

En hoe zit het met mij, kan ik echt twee dingen tegelijk? Ik kom zelf niet verder dan werknemerschap 1,5 en zit dus tussen de oude en de nieuwe werkers in. Ook ik denk al jaren dat ik alles tegelijk kan. Zoals een blogje schrijven, ach dat doen we wel even tussendoor, iedere week moet wel lukken. Maar het moet ook wel een beetje niveau hebben en niet hopeloos gekrakeel. Dus ja, dan gaat er wat tijd en aandacht in zitten. En waar gaat het eigenlijk om: de kwantiteit of de kwaliteit? En dus zijn we weer waar we zijn begonnen.

vrijdag 2 april 2010

Compassie kan je leren

Waarom is de ene mens aardig en de ander stug? Net als ons uiterlijk verschillen mensen innerlijk ook sterk van elkaar. Geen mens is gelijk. Niet alleen aan de buitenkant kunnen we wat veranderen, maar zeker ook aan onze binnenkant. En daarvoor hoeven we vaak niet eens naar een psycholoog.

Veel van wie we zijn heeft te maken met onze achtergrond en opvoeding. Hoe we zijn opgevoed en in welke cultuur en religie en wat we hebben meegemaakt in ons leven bepaalt hoe we in het leven staan en het leven tegemoet treden. Ondanks de verschillen in onze achtergrond heeft de mens ook veel karaktereigenschappen gemeen. Zo willen we over het algemeen graag aardig gevonden worden, hebben we allemaal te kampen met bepaalde angsten en zijn we op zoeken naar zekerheid en erkenning.

Maar toch lijkt het wel of er mensen zijn die het leven makkelijker af gaan. Mensen op wie niemand boos kan worden, die door iedereen aardig gevonden worden. Mensen die compassie tonen hoe bont je het ook gemaakt hebt. Die dat van nature in zich hebben, terwijl jij daar iedere dag je stinkende best voor moet doen. Wanhoop niet, want er is hoop: compassie is te leren.

Hoe dat precies in zijn werk gaat heeft de Amerikaanse onderwijzer Harry Palmer onderzocht. Opmerkelijke conclusie van zijn onderzoek is, anders dan wat wij meestal denken, dat de mens in principe gevormd wordt door zijn gedachten en niet door zijn ervaringen. Zijn bevindingen heeft Palmer vastgelegd in cursusprogramma’s en in diverse landen zijn meerdere van zijn boeken uitgegeven. Een daarvan is getiteld: Resurfacing: Techniques for Exploring Consciousness uit 1997. Hij beschrijft hierin een eenvoudig te leren trainingsprogramma om compassie te leren.
Een belangrijke uitspraak van Harry Palmer is:
Laat wat je bent niet in de weg staan van wat je zou kunnen worden.

De basisgedachte achter de trainingen van Harry Palmer is:
Iets bereiken in het leven of bezit najagen geeft geen echte voldoening. Het tegenovergestelde doen en alles loslaten en bezit afzweren werkt ook niet.Waar het dus op neer komt is een goede balans vinden tussen de twee uitersten bij alles wat je doet. En dat spreekt mij persoonlijk nogal aan. Het gaat in het leven altijd om de balans zoeken tussen twee vermeende tegenstellingen.


Compassie kun je oefenen in 5 stappen
Overal waar mensen zijn kun je compassie oefenen. In winkels, op het werk, in de trein, op het sportveld, het zwembad of gewoon op straat. Probeer het uit op bekende en onbekende mensen. Richt je aandacht hiervoor op een persoon. Maar doe het wel discreet. Ga met je aandacht naar die persoon en zeg tegen jezelf:

Stap 1: Net als ik is deze persoon op zoek naar geluk in zijn of haar leven.

Stap 2: Net als ik probeert deze persoon lijden in zijn of haar leven te vermijden.

Stap 3: Net als ik heeft deze persoon ook verdriet, eenzaamheid en wanhoop gekend.

Stap 4: Net als ik probeert deze persoon ook zijn of haar behoeften te bevredigen.

Stap 5: Net als ik leert deze persoon ook over het leven.

Bron: Harry Palmer Resurfacing: Techniques for Exploring Consciousness en Ode nummer 49 sept 2002

Jolanda Verburg Goede vrijdag – 2 april 2010