Pagina's

zondag 25 oktober 2009

Geld verdienen met internet

Als je dit onderwerp intikt op Google krijg je bijna 5,5 miljoen hits. Een geliefd onderwerp dus. Geld verdienen aan internet wil iedereen, maar het lukt slechts weinigen. Is het wel mogelijk? Tijd voor reflectie en een congres waarbij het verdienmodel van internet ter discussie stond.

Gesteund door investeerders doken jonge ondernemers eind jaren ’90 massaal op de “hoop voor de toekomst”. Iedereen had hoge verwachtingen van de nieuwe technologie. Vanaf nu zou alles makkelijker, beter en sneller worden en kon er vooral veel geld verdiend worden. Maar toch was dat niet het geval, internet bleek niet het gouden ei waar we allemaal op gehoopt hadden. Wat ging er mis? Hebben we de technologie onderschat of maakten we niet op de juiste manier gebruik van internet? Bestaat er wel een verdienmodel voor internet?

Een ding staat vast de wereld is door de komst van internet voor altijd veranderd. Niet alleen is de wereld een stuk kleiner geworden, we kunnen letterlijk het andere einde van de wereld in beeld krijgen (via Google Earth), niets blijft meer verholen, ook de mens zelf is zichtbaarder geworden. Informatie gaat sneller de wereld rond dan ooit tevoren, zowel goed als slecht nieuws gaat razendsnel. We komen makkelijker met elkaar in contact, zelfs met mensen aan het andere eind van de wereld.

Onze economie en zijn principes zijn ook ingrijpend en onomkeerbaar veranderd. De digitale economie wordt niet langer gedomineerd door schaarste maar juist door overvloed. Dit zien we bij kennis die vrijelijk beschikbaar is op internet en vrij wordt gedeeld. De gevolgen zijn enorm, bijvoorbeeld voor auteursrechten, hier zijn nog een hoop juridische hindernissen te nemen. Overvloed ook in het aanbod van producten en diensten waardoor naast het gemak van het zakendoen ook de concurrentie enorm is toegenomen. Het maakt het er voor veel bedrijven niet makkelijker op.

Voor sommige bedrijven is internet een zegen, maar voor anderen betekent het de ondergang. Zo hebben de postbedrijven hun markt en bestaansrecht zien inzakken. Internet is een zegen voor de webwinkels die niet continu iemand beschikbaar hoeven te hebben om de winkel open te houden. Op de digitale schappen is alles te koop, er is ruimte genoeg om alles keurig te etaleren en waar nodig van aanvullende informatie te voorzien. Een zegen ook voor de consument, die hoeft de deur niet meer uit om iets te kopen en kan 7 dagen per week, 24 uur per dag aankopen doen. Maar er zijn ook veel bedrijven die het gevoel hebben de controle kwijt te zijn door de mogelijkheden van internet, die door de bomen het bos niet meer zien. Zo wist het Duitse postorderbedrijf Quelle, dat afgelopen week failliet is verklaard, de slag niet te maken.

Deze week was de bedenker van het world wide web Tim Berners-Lee even in Nederland. Het gebruik van internet is zo gewoon geworden dat we ons niet eens realiseren dat het pas begin jaren ’90 is ontstaan. Volgens Berners-Lee zijn de ongekende mogelijkheden van internet nog lang niet voldoende benut en heeft het web dus nog niet opgeleverd wat het zou kunnen opleveren. Hij doelt hierbij vooral op het aantal mensen dat toegang heeft tot internet. Slechts 20% van de wereldbevolking gebruikt internet, dat kan nog sterk worden uitgebreid.

Sinds het uiteenspatten van de internetbubbel in 2000 vragen velen zich af of er wel geld te verdienen is met internet en wat dan het juiste verdienmodel is. Bestaat dat wel? Afgelopen dinsdag onderwerp van discussie tijdens een congres in het Media Plazza in Utrecht. Het antwoord is ja en nee. Het merendeel van de bedrijven verdient geen geld aan internet maar door middel van internet. Daar zit het verschil. Nu na 10 jaar zijn veel ondernemers nog naarstig op zoek naar het juiste verdienmodel. Wie alleen maar uit is op snel geld verdienen aan internet moet toch in een andere richting kijken. Er is maar een beperkte groep die er direct geld aan verdient, zoals Google. Zelfs populaire sites als YouTube zijn verliesgevend. En hoe lang heeft het niet geduurd voordat Amazon een beetje succesvol werd?

Het hebben van een goede site is een eerste vereiste en de volgende stap is het verkrijgen van veel bezoekers. Dan kan geld verdiend worden met advertenties, banners, abonnementen, donaties en sponsoring door derden. Het echte succes van internet zit toch in het feit dat men creatief omgaat met het gebruik ervan. Het succes zit in de waardecreatie, dat kan op verschillende manieren:
· Door het aanbieden van gepersonaliseerde informatie;
· Het leveren van maatwerk;
· Bieden van betrouwbaarheid van informatie, bijvoorbeeld t.a.v. kinderopvang;
· Fremiums = bieden van gratis diensten, waarbij alleen voor extra’s moet worden betaald;
· Bieden van gemak, snelheid, vindbaar van informatie;
· Verzorgen van netwerken en contacten.

Er kan weldegelijk geld verdiend worden met internet. Alleen gaat het hier net als in de traditionele economie om de creativiteit van de ondernemer. Wie het meest innovatief is loopt voorop en kan de meeste winst genereren. Net zoals in het gewone economisch verkeer is het genereren van naamsbekendheid en het leveren van een betrouwbaar product belangrijk.

Conclusie:
We maken de verkeerde redenatie als we zeggen dat we geld willen verdienen met internet. Dat is hetzelfde als geld willen verdienen aan de economie. Internet maakt onderdeel uit van onze hedendaagse economische structuur. Hoe creatief en innovatief we daar mee omgaan bepaalt het succes.

donderdag 15 oktober 2009

Hoop voor de toekomst

Vorige week vrijdag werden vriend en vijand verrast door de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan de Amerikaanse president Barack Obama. Hij kreeg deze onderscheiding vanwege zijn buitengewone inspanning om de internationale diplomatie en de samenwerking met volkeren te versterken. Sommigen vinden het te vroeg anderen geeft het hoop voor de toekomst.

Al 18 keer eerder werd de Nobelprijs voor de Vrede toegekend aan een Amerikaan. De eerste keer aan president Theodore Roosevelt in 1906 en de laatste keer aan Al Gore in 2007. Meestal wordt de toekenning gedaan aan een persoon die een bepaalde verdienste op zijn naam heeft staan, maar deze keer ook voor nog te realiseren verdiensten. Toch past de toekenning binnen de doelstelling van het Nobelcomité, omdat de prijs dient te gaan naar de persoon die het meeste heeft gedaan of betekend voor de bevordering van vrede tussen naties. (foto: Wikipedia)

Al meer dan honderd jaar hebben de Verenigde Staten van Amerika een leidende rol in de wereld. Vooral na de tweede wereldoorlog kon de reputatie van de VS niet meer stuk. Toch heeft de VS onder het bewind van George W. Bush jr. een flinke deuk in haar imago opgelopen. Door zijn zwart-wit opstelling: “wie niet voor de VS is die is tegen ons” en de daarmee verbonden oorlogsverklaring “war on terror” heeft de reputatie van de VS veel te lijden gehad. Hiermee heeft hij elke vorm van dialoog en elke vorm van toenadering bij tegengestelde belangen direct de kop ingedrukte. Een dergelijke houding kan nooit tot iets positiefs leiden. Waarschijnlijk heeft de wereld de karikaturale houding van Bush nodig gehad om in te zien hoe verknipt de wereld is en hoe kwetsbaar de wereld wordt als een land de rest van de wereld domineert.

Het is de vraag in hoeverre Barack Obama de reputatieschade van de VS kan herstellen. Het feit dat hij op 9 oktober 2009 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg toegekend zegt al veel dat hij op de goede weg is. Vriend en vijand zijn verbaasd dat hij deze zo vroeg in zijn carrière heeft ontvangen. Maar feit is wel dat sinds zijn aantreden er een voelbare koersverandering heeft plaatsgevonden en er een zeker gevoel van opluchting heerst in de wereld, ten opzichte van zijn voorganger Bush. Toch moeten we te allen tijden kritisch blijven ten behoeve van de belangen van alle wereldburgers, hoe goed Obama zijn werk ook doet en hoeveel hij weet te bereiken.

Feit blijft dat in zeer korte tijd Obama al heel veel heeft gerealiseerd. Met open vizier treedt hij regimes tegemoet waar jarenlang niet mee gepraat werd zoals Cuba, Iran en Noord-Korea en probeert hij tot vreedzame oplossingen voor conflicten te komen. Hij heeft zich duidelijk uitgesproken tegen kernwapens en maakte daarover afspraken met de Russische president Dmitri Medvedev. Hij heeft het door Bush ingezette raketschildverdedigingsplan in de ijskast gezet. Ook kondigde hij al heel snel na zijn installatie als president de sluiting van Guantánamo Bay aan, als ook de geleidelijke terugtrekking van de troepen uit Irak.

(foto: AP Photo/Charles Dharapak)

De acties van Obama staan haaks op de acties van zijn voorganger Bush. Het toekennen van de Nobelprijs geeft voeding aan de hoop voor de toekomst. We mogen vooral hopen dat de bevolking van de VS geraakt zal worden door deze erkenning, want vooral in eigen land ligt Obama flink onder vuur. Zij zien alleen de steun die Obama verleend aan de decriminalisering van homoseksualiteit de legalisering van abortus. Zijn populariteit is vooral groot in het buitenland. De gemiddelde Amerikaan weet weinig af en heeft weinig op met wat er buiten de VS in de wereld gebeurd. Het wordt tijd dat zij ook eens wat meer over de eigen grenzen heen gaan kijken.

Voor mij is met deze toekenning wederom vastgesteld dat een persoon veel invloed kan hebben op de totale mensheid. Wat zowel negatief als positief kan uitpakken. Dit sterkt mij in mijn actie dat iedereen het verschil kan maken en dat we er allemaal naar moeten blijven streven om onrecht in de wereld uit te bannen en onze ogen niet moeten sluiten omdat we in de veronderstelling leven dat wij daar toch niets aan kunnen veranderen. Natuurlijk hebben bepaalde mensen meer invloed dan anderen, maar dat ontslaat ons niet van onze individuele pogingen en acties.

dinsdag 6 oktober 2009

Excuus Truus en Knuffelallochtoon

Afgelopen week werd aan de Eerste en Tweede kamer, het kabinet en de sociale partners een manifest aangeboden, ondertekend door 215 vrouwen, dat pleit voor een quotum voor vrouwen in topposities bij bedrijven en overheidsinstellingen. Het geduld van de topvrouwen is op: tijd voor actie. Maar kunnen we wel een voorkeur uitspreken voor ras of sexe? Is dit niet in strijd met de grondwet?

Zelf heb ik een hekel aan discriminatie en aan vriendjespolitiek. Dus wat mij betreft geen voorkeursbehandeling voor vrouwen in topposities en ook niet voor allochtonen. Ik ga voor kwaliteit zonder bepaalde voorkeur, zonder aanzien des persoons. We zijn toch al jaren tegen selectie op basis van sexe of ras. De politiek gaat al jaren prat op haar uitgangspunt dat iedereen gelijk is. Vandaar ook de ongehinderde toestroom van allochtonen in onze verzorgingsstaat, zonder dwang en regels, met alle gevolgen van dien. Feministen streven al jaren voor gelijke rechten voor man en vrouw, dat ging toch nooit over een voorkeursbehandeling!

Uit onderzoek van onder andere McKinsey en onderzoeksbureau Catalyst blijkt dat gemengde teams beter presteren. Want ten slotte geldt: mensen die van elkaar verschillen vullen elkaar aan. Daarnaast is er nog een belangrijk argument om naar andersoortig personeel om te kijken: de vijver van schaars talent is slechts klein, zeker als de markt weer aantrekt. Dus waarom zouden we niet breder kijken naar talent? En als we willen innoveren is een bredere blik ook niet onbelangrijk. Er zijn inmiddels 1 miljoen moslims in Nederland, een belangrijke doelgroep die om een aparte behandeling vraagt. Zou het daarom niet verstandig zijn om specifiek iemand uit die doelgroep aan te trekken?

Ook in Nederland is onderzoek gedaan naar diversiteit op de werkplek. Mijntje Lückerath-Rovers, universitair docent Financiële Markten en Toezicht van de Erasmus Universiteit in Rotterdam, deed vorig jaar onderzoek bij alle beursgenoteerde bedrijven in Nederland en constateerde dat er inderdaad voordelen te behalen zijn. Zij deed onderzoek naar de relatie tussen het aantal vrouwen in de top en de financiële resultaten van het bedrijf. Het resultaat was verbluffend. Bij bedrijven met alleen mannen in de top was het rendement op het eigen vermogen 13,7% en bij bedrijven met minimaal een vrouw als bestuurder of toezichthouder was het rendement EV 23,3%, een verschil van 70%.

Heel fijntjes zeiden de banken onlangs dat ze met een inhaalslag bezig zijn en dat het aantal vrouwen in topposities en in toezichthoudende rollen was toegenomen. Onderzoek wijst uit dat het maar om een stijging van 0,3% gaat, een erg mager resultaat dus.

Maar heren, is het niet veel gezelliger op de werkvloer met wat meer vrouwen? In ons privéleven zijn toch ook vrouwen aanwezig en spelen daarin een belangrijke rol. Waarom dan niet in het werk? En het levert nog voordelen op ook. Het blijkt namelijk dat mensen zich natuurlijker gedragen en zich prettiger voelen in een omgeving die een afspiegeling is van de samenleving.

Toch ben ik het wel eens met het ongeduld van de vrouwen en hun roep om quota, er is namelijk een reden om dat te doen willen we iets veranderen. Om veranderingen te introduceren is een kritische massa nodig. Ooit deed de vooraanstaande organisatiesocioloog Rosabeth Moss Kanter onderzoek naar het geleidelijk introduceren van vernieuwing[1]. Volgens haar werkt het invoeren van verandering alleen als er een kritische massa van ten minste 30% wordt gecreëerd, waarbij vooral het verleden losgelaten moet worden. De valkuil is dat men gauw terugvalt op oud gedrag en dat nieuwe ontwikkelingen daardoor weer worden verdrongen. Hetzelfde geldt voor het introduceren van een minderheid in een meerderheidsgroep. Het advies van Moss Kanter is vooral nooit te geleidelijk te vernieuwen, omdat de minderheid dan te onopvallend is om het verschil te maken.

In Noorwegen is al sinds 2006 met succes een quotum voor topvrouwen ingevoerd. Daar ligt het vereiste percentage op 40%. De ervaring leert daar dat bij een toename van het aantal vrouwen in toezichthoudende rollen ook het aantal vrouwen in management en directies toeneemt.

Ondertussen deed zich deze week ook nog een discussie voor bij de gymnasia in Nederland, die meer kleur willen naast alle blanke kinderen. Dus hebben een aantal gymnasia, vooral in de grote steden, een quotum van ca. 10% gedefinieerd voor de instroom van allochtone kinderen. Hierop kwamen ouders van blanke kinderen in opstand vanwege de wachtlijsten op een aantal gymnasia. Zij wijzen op de wet gelijke behandeling omdat de allochtone kinderen niet hoeven te loten. Wat ik volstrekt begrijp. Weg met de voorkeur, het gaat om kwaliteit.

De grote vraag is echter of we wel bereid zijn om te veranderen? Zolang het old-boys-network elkaar onderling de bal blijft toespelen en niet inziet hoeveel waarde andersdenkenden kunnen inbrengen, zo lang zal er niets veranderen, helaas. Op dit moment is ca. 90% van alle CEO’s een blanke man van 55+. Volgens de zakenvrouwen is het daarom hoog tijd voor actie.

De oplossing zal vooral komen van de jonge bedrijven, die gewoon van meet af aan gemengd zijn, iedereen een kans geeft en verandering als de gewoonste zaak van de wereld beschouwen. Die bedrijven die met een frisse blik en met open vizier de wereld inkijken en geen verschil zien tussen man – vrouw, allochtoon – autochtoon, jong – oud, maar die gaan voor verschillende competenties omdat ze daarmee innovatiever en dus succesvoller kunnen zijn.

Jolanda Verburg

[1] Rosabeth Moss Kanter - When giants learn to dance (1989)