Pagina's

zondag 31 januari 2010

Het werkt niet maar het helpt wel

Dit is de uitspraak die voormalig minister Els Borst deed tijdens het televisieprogramma Zembla op 17 januari 2010, over de werking van de alternatieve gezondheidszorg. Met een aantal schokkende voorbeelden werd aandacht besteed aan de misstanden in deze sector. Door alternatieve therapeuten zijn in de afgelopen periode ca. 40.000 fouten gemaakt, waarvan enkele zelfs met dodelijke afloop.

Door gesprekken met getroffen patiënten en deskundigen probeerde Zembla aan te tonen dat de alternatieve gezondheidszorg niet deugt. Als oorzaak werd aangevoerd dat de inspectie voor de gezondheidszorg niet controlerend optreedt, dat de werkzaamheid van veel behandelingen niet wetenschappelijk is bewezen en dat iedereen zomaar een praktijk voor alternatieve geneeskunde kan starten. Even langs de Kamer van Koophandel en iedere “kwakzalver” kan zo aan de slag.

Voor het gemak wordt vergeten dat de reguliere gezondheidszorg ook veel fouten maakt. Uit onderzoek in 2004 blijkt dat er ca. 70.000 fouten per jaar worden gemaakt, waardoor een groot aantal mensen gedwongen een ziekenhuisopname moet ondergaan, waarvan enkelen zelfs met dodelijke afloop. Om de omvang van de gevolgen in perspectief te zetten: door al deze fouten, uiteenlopend van verkeerde diagnose, onjuiste medicijntoepassing, slechte communicatie bij overdracht, verwisseling van labuitslagen en fouten in computersystemen, zijn jaarlijks drie complete extra ziekenhuizen noodzakelijk om alle mensen na de fouten te kunnen behandelen. Het enige belangrijke verschil is dat de alternatieve zorg niet onder toezicht staat van de inspectie voor de gezondheidszorg en de reguliere zorg wel! Maar of daarmee de resultaten beter zijn is maar de vraag.

De ongenuanceerdheid waarbij gesproken werd over de alternatieve geneeskunde tijdens de uitzending van Zembla getiteld: “Levensgevaarlijke genezers” was ronduit stuitend. Dat verwacht ik echt niet van een kwaliteitsprogramma als Zembla. Alsof alle alternatieve genezers kwakzalvers zijn. Een standpunt dat helaas in onze samenleving maar al te vaak wordt ingenomen. Terwijl er ook hele goede resultaten geboekt worden. Alles over een kam scheren is onjuist en heeft totaal geen zin.

Waar gehakt wordt vallen spaanders en natuurlijk helpen sprekende voorbeelden als het overlijden van Sylvia Millecam na de bemoeienis van Jomanda, niet mee in de beeldvorming en het imago van de alternatieve gezondheidszorg. Maar over de positieve voorbeelden zwijgen alle kanalen, want tenslotte geldt goed nieuws is geen nieuws. Het zijn dan ook maar een aantal extreme voorbeelden die de gehele beroepsgroep in een kwaad daglicht zet.

Vaker dan het aantal fouten worden met alternatieve behandelingen hele goede resultaten geboekt. Mensen zijn vooral tevreden over de persoonlijke aandacht die ze krijgen bij alternatieve therapeuten. Vaak hebben alternatieve therapeuten een beter contact met de patiënt. Hoe vaak voelt u zich niet als nummer behandeld in een ziekenhuis of door een arts of specialist? Het gebeurt maar al te vaak dat patiënten zich tot een alternatieve behandelaar wenden, omdat de reguliere zorg niet tot bevredigende resultaten heeft geleid. Veel meer dan in de reguliere zorg kiezen patiënten zelfstandig voor een therapeut, vaak door hun reputatie en door bewezen resultaten via andere patiënten.

We stevenen massaal af op een behoorlijk zieke maatschappij, enerzijds door de vergrijzing, maar ook door onze steeds individualistischer samenleving en onze consumptieve levensstijl. Volgens het RIVM en het ministerie van VWS loopt het aantal chronisch zieke mensen snel op waardoor binnen een tientaljaren ongeveer 70% van de totale kosten voor gezondheidszorg nodig zal zijn voor deze groep. De Wereldgezondheidsorganisatie spreekt al van "de uitdaging van deze eeuw". Als we niets aan het huidige beleid veranderen dan zal in 2030, om al deze mensen te helpen, ongeveer 25% van de beroepsbevolking in de zorg moeten werken.

Borst zegt zelf dat er nog onvoldoende onderzoek gedaan is naar alternatieve behandelmethoden. En als er al onderzoek naar gedaan is is het niet bewezen dat het werkt. Maar toch hebben heel veel mensen wel degelijk baat bij behandelingen van alternatieve genezers. Gelukkig wordt alternatieve zorg steeds vaker vergoed door de ziektekostenverzekeraars, in het afgelopen jaar 50% meer dan voorheen. Toch is het heel schrijnend dat veel alternatieve zorg niet vergoed wordt, terwijl bepaalde behandelingen goede en zelfs goedkopere resultaten opleveren.

Bewezen is dat mensen die aandacht krijgen al gauw minder klachten vertonen en minder gauw pijn ervaren, dan mensen die als nummer behandeld worden. Hoe vaak gebeurt het niet dat patiënten met vage klachten een behandeling wordt voorgeschreven terwijl een goed gesprek hetzelfde resultaat had kunnen opleveren? Veel van onze problemen zit tussen de oren doordat steeds meer mensen in een isolement raken met lichamelijke klachten als gevolg.

Er ligt een meer dan dubbele winst te behalen als de acceptatie van de alternatieve zorg toeneemt en deze beroepsgroep serieus genomen wordt. Het betreft namelijk een groep mensen die graag in de zorg actief is, veelal als zelfstandig ondernemer in kleinschalige mensgerichte praktijken. Die extra “handjes” zijn een aanvulling op de zorg die we op de lange termijn tekort komen en die mensen uit de reguliere zorg vandaan houden door ze de juiste aandacht te geven. En die vanwege minder overhead tegen lagere kosten kunnen werken, waardoor ze meehelpen de stijging van de kosten voor de zorg te helpen reduceren.

“Echt gevaarlijk zijn de reguliere artsen die daarnaast gaan kwakzalven”, zegt Borst. Alsof die artsen ineens een extra gevaar vormen. Feit is dat aan voorlichting en controle een hoop verbeterd kan worden. Toch neemt dat niet weg dat wij als mens verantwoordelijk blijven voor de keuzes die we maken en dat we zelf moeten blijven nadenken en aanvoelen wat goed voor ons is. Heel veel zou helpen als de alternatieve zorg en de reguliere zorg de handen ineenslaan en samen gaan optrekken, dat zou al een hele stap in de goede richting zijn om de gezondheidszorg in de toekomst beheersbaar te houden.

maandag 18 januari 2010

De keuzestress van de dertiger

Ze zijn hoogopgeleid, opgegroeid in welvaart, kunnen alles bereiken wat binnen hun mogelijkheden ligt en toch vragen ze zich geregeld af: Is dit nu alles? De dertigers hebben last van stress, keuzestress wel te verstaan. Onderzoek wijst uit dat teveel keuze leidt tot een lager gevoel van tevredenheid. Is de kwaliteit in de verdrukking gekomen door de kwantiteit?
 
Vroeger zei mijn moeder als we erg veeleisend waren: “Ik heb maar twee handen dus ik kan niet alles tegelijk.” Maar tegenwoordig lijkt het erop of we alles tegelijk moeten kunnen. En toch hebben we nog steeds hetzelfde lijf en maar twee handen. We willen ook alles: een gezin, een goede baan, er super gestroomlijnd uitzien en een goede partner en een perfecte ouder zijn. Maar we willen onszelf ook niet tekort doen en vooral genieten van het leven. Dat leidt nogal eens tot problemen. Door al dat moeten raken we in de stress.

Vooral de dertigers hebben daar extreem veel last van. Dertigerstress of dertigers dilemma wordt het wel genoemd. De afgelopen jaren hebben er onderzoeken plaatsgevonden naar het dilemma en is er veel literatuur over verschenen. Een mooi voorbeeld is het boek ‘Het dertigers dilemma’ van psychologe Nienke Wijnants, waarin de keuzestress van de dertigers wordt beschreven. Vroeger hadden we de keuze uit twee televisiekanalen, tegenwoordig uit tientallen. Vroeger had je maar een paar merken shampoo en kijk nu eens in het schap: welke moeten we nemen?
De babyboom generatie
Naast de hoeveelheid aan keuzemogelijkheden is naar mijn idee een deel van de problematiek terug te voeren naar de opvoeding. De ouders van deze generatie dertigers, de babyboomers, waren jong in de jaren ’60. De tijd waarin vrijheid voorop stond. Zij gooiden het juk af van “het moeten” dat tijdens de wederopbouw in de naoorlogse jaren door hun ouders was opgelegd. Ze gingen massaal in protest tegen de gevestigde orde. Zij die vrijheid zochten en vonden hebben hun kinderen ook alle vrijheid gegeven. Zij hebben laten zien welke mogelijkheden er zijn zonder daarbij regels en grenzen aan te geven. Met als gevolg dat de volgende generatie geen keuzes kan maken en zichzelf geen grenzen kan stellen.

De steeds complexer wordende maatschappij legt ons ook steeds meer druk op. De afbouw van de verzorgingsstaat is een feit en betekent dat we veel meer zaken zelf moeten regelen. De gezinnen zijn kleiner, waardoor de kinderen van vandaag veel meer in de schijnwerpers staan. Door alle mogelijkheden die onze ouders ons bieden wordt van ons perfectie verwacht. Hoe vaak klinkt het nog na in onze oren: “Kind, toen ik zo oud was als jij had ik dat allemaal niet”. Iedere ouder wil het beste voor zijn kinderen: goede schoolopleiding, zakgeld, alle nieuwste snufjes op technologisch gebied, mogelijkheden om te sporten en ga zo maar door.

Ook op het werk neemt de druk toe. Werkgevers verwachten een brede inzetbaarheid en gaan er vanuit dat medewerkers in zichzelf investeren en voldoende aandacht besteden aan zelfontplooiing. Al deze elementen leiden tot stressachtige symptomen zoals: vermoeidheid, slecht slapen, prikkelbaar tot burn-out aan toe. Vooral vrouwen hebben last van het dertigers dilemma, zeker 55% van de vrouwen, tegen 38% van de mannen tussen de 27 en 34 jaar zegt de symptomen te herkennen. Dit is volgens Wijnants toe te schrijven aan de druk die rond hun dertigste ontstaat over het al dan niet krijgen van kinderen. En als het eenmaal zover is krijgen de vrouwen naast het werken ook nog de voornaamste zorgtaken erbij.

De grenzeloosheid, de toegenomen welvaart, de ongekende mogelijkheden en de keuzevrijheid laten nu juist de keerzijde zien. Als we alles hebben of kunnen krijgen waar ligt dan nog de uitdaging? Veel dertigers lopen aan tegen de basale levensvragen die zich voorheen voordeden bij een midlifecrisis, zoals ‘Wat is de zin van mijn bestaan?’ ‘Wat is het doel op aarde?’ ‘Waarom ben ik hier?’

De aanpak
Een serieus probleem waar onze hele samenleving mee te maken heeft. Daarom is het van belang de problemen aan te pakken. Te beginnen bij de opvoeding van de huidige generatie. Er is helemaal niets mis mee om duidelijke regels en grenzen te stellen en als ouder te laten zien wat autoriteit is, ondanks de trend dat je opvoeder je beste vriend is. En voor de dertigers die er midden in zitten is het herkennen en erkennen van het dertigers dilemma al een belangrijke stap vooruit. Tenslotte zijn ze niet de enige. Wat voor de meesten goed blijkt te werken is om een tijd een onafhankelijke coach in de arm te nemen die zaken bespreekbaar weet te maken, helpt bij het stellen van grenzen en helpt een reëel beeld van de toekomst te schetsen.

De voordelen
Ook is er duidelijk een positieve kant te herkenen, want eenmaal weer op de rit blijkt de aandacht die besteed is aan zelfreflectie en het zingevingvraagstuk een waardevolle en nuttige ervaring waar men rijker en sterker uit naar voren komt.
En hoe zit het met mij? Hoewel ik inmiddels buiten de leeftijdcategorie val heb ik rond mijn 37e een midlifecrisis gehad. Ook ik ben er beter en bewuster uit gekomen en heeft het mijn leven verrijkt. Toch moet ik ook nu nog wel eens gas terugnemen omdat ik denk dat ik alles tegelijk kan. Zoals een blogje schrijven, ach dat doen we wel even tussendoor, iedere week moet wel lukken. Maar het moet ook wel een beetje niveau hebben en niet hopeloos gekrakeel. Dus ja, dan gaat er wat tijd en aandacht in zitten. En waar gaat het eigenlijk om: de kwantiteit of de kwaliteit? En dus zijn we weer waar we deze blog mee begonnen zijn.

Mijn kinderen zullen later vast wel zeggen dat hun moeder hopeloos ouderwets is, want tenslotte is ze van de vorige eeuw. Maar ik probeer ze duidelijke grenzen en regels mee te geven en ik hoop dat ik ze toch wat nuchterheid van de vorige eeuw kan bijbrengen en dat liefde en kwaliteit van leven meer waard is dan alle bezit van de wereld.

Meer lezen: Het dertigers dilemma - Nienke Wijnants

Dertigers in crisis - Ronald van Aggelen & Eelco van de Stolpe

dinsdag 12 januari 2010

Gemeen is nuttig en eerlijk niet

We staan aan de vooravond van een heel nieuw economisch tijdperk. De kredietcrisis heeft het ons makkelijk gemaakt een nieuwe richting in te slaan, omdat bewezen is dat de gangbare economische principes niet meer werken. Het kapitalisme lijkt ten einde. Wanneer gaan we nu echt aan de slag met de nieuwe principes?

Ons economisch systeem is grotendeels opgebouwd op de theorie van de grote Britse econoom John Maynard Keynes (1883-1946). Wie heeft niet de eerste beginselen van de economie op school voorgeschoteld gekregen aan de hand van het Keynesiaans Model? De theorie van Keynes is door hem uitgewerkt tijdens de grote depressie in de jaren ’30. Het is altijd zijn streven geweest om het nooit meer zover tot een depressie te laten komen als toentertijd. Voor een gezonde economie is een effectieve vraag noodzakelijk. Bij het wegvallen van de totale effectieve vraag, waarbij de investeringen achterwege blijven, is het de taak van de overheid deze effectieve vraag weer te stimuleren door het aanbesteden van landelijke openbare projecten.

Nu tijdens de kredietcrisis wordt onze theorie weer flink opgefrist, want we zien het voor onze ogen gebeuren. De consumptie nam af waardoor de economie stagneerde en dus was de overheid aan zet. Dat hebben we de afgelopen maanden volop kunnen waarnemen, de overheid heeft geld gepompt in de banken, steun verleend aan de werkgevers en versoepelde de regelgeving rondom grote investeringen in de infrastructuur. Volgens de theorie van Keynes zijn daarmee de juiste acties ondernomen. Echter er ligt een veel fundamentelere kwestie ten grondslag aan de huidige crisis waardoor zijn theorie niet langer opgaat. Als wij dit nu niet goed aanpakken, gaan we morgen weer over tot de orde van de dag en staat de volgende grote crisis al weer voor de deur.

Keynes heeft aan zijn theorie een bepaalde boodschap meegegeven namelijk: gemeen is nuttig en eerlijk niet. Toen ik dit voor het eerst las kon ik het niet geloven dat Keynes dat gezegd zou hebben, maar het is echt zo. Voor het succes van zijn theorie is hebzucht nodig, want alleen dan kan ongebreidelde groei ontstaan en zal de welvaart voor iedereen toenemen. Pas als de welvaart is bereikt kan de discussie over ethiek en individuele deugden gevoerd gaan worden, vond Keynes. Hij gaf in 1930 aan dat het ca. 100 jaar zou duren voordat de overvloed de schaarste heeft overwonnen. Die tijd lijkt nu aangebroken.

Keynes appelleerde bij zijn statement aan de zwakheid van de mens om zijn driften als hebzucht en eerzucht in toom te houden. Hij vergat er echter bij te vertellen hoe de individuele hebzucht gekeerd kan worden en omgezet in belang voor iedereen. En voor die taak zien wij ons vandaag gesteld. Maar helaas hebben wij hier te maken met de menselijke zwakheid en dat los je niet zo maar op. Echter de kredietcrisis laat ons haarfijn zien waartoe de menselijke driften kunnen leiden. De verontwaardiging in de samenleving is groot, onze ogen zijn eindelijk geopend. Hier moeten we nu gebruik van maken voordat we weer over gaan tot de orde van de dag en het als een incident afwimpelen. De discussie over ethiek moet breed worden ingezet om massaal op gang te komen.

Opmerkelijk maar niet onverwacht is dat de sector waar de kritiek het grootst is ook de eerste positieve geluiden te horen zijn. Ook binnen de bankensector begint het gevoel te ontstaan dat sprake is van onethisch handelen en probeert men zijn reputatie weer op te poetsen. Verschillende banken hebben in de afgelopen weken hun excuses aangeboden, waaronder de president directeur Lloyd C. Blankfein van Goldman Sachs die een aantal weken eerder zijn handelen vergeleek als een verlengstuk van God.

In een interview in de NRC op 2 januari jongstleden verklaarde Ewoud Goudswaard, de algemeen directeur van de ASN bank, dat: “Mensen die alleen maar door geld worden gedreven, zonder dat ze enig idee hebben wat de uiteindelijke consequenties van hun handelen zijn, passen niet in de banken van de toekomst.” En op de eerste werkdag van het nieuwe jaar stapte Kilian Wawoe, bankier bij de ABN Amro op uit onvrede over de bonuscultuur in de financiële sector. Hij is er niet van overtuigd dat er daadwerkelijk iets gaat veranderen.

Het heeft ons jarenlang aan maatgevoel ontbroken, maar de eerste signalen laten een voorzichtige nieuwe koers zien. De belangrijkste elementen voor ethisch en duurzaam handelen liggen in het verschil tussen de economische principes die al jarenlang gangbaar zijn en de principes die hun opgang doen. Hierbij geldt dat we een ommezwaai moeten maken van ego naar eco. Nu is het zaak om deze trend vast te houden en breeduit uit te dragen zodat het bij iedereen tussen de oren komt waardoor ons een nieuwe crisis bespaard blijft. Er is een hoop werk aan de winkel.