Welk een uitzonderlijke prestatie moet iemand leveren om een bonus van een jaarsalaris te ontvangen? En dan nog wel het jaarsalaris van het kaliber bankier.
Een nobel streven van de Nederlandse overheid om de bonuscultuur aan te pakken, maar of het gaat lukken is nog maar de vraag. “Dan verhogen we toch gewoon het vaste inkomen” was een eerste reactie van een bankier naar aanleiding van de voorgenomen reguleringsmaatregel. Een andere reactie: “Bankiers zijn veel slimmer en kunnen sneller schakelen dan ambtenaren die moeten handhaven”. Weer een ander reageerde met: “Het is palingen vangen in een emmer snot”. En van mensen met deze mentaliteit en houding zijn wij en het economisch systeem afhankelijk.
Een bonus verdien je als je een goede prestatie hebt geleverd en je de afgesproken resultaten hebt gehaald. Ik heb zelf jarenlang met bonussystemen gewerkt, maar ik heb nooit meer dan mijn eigen jaarsalaris aan bonus ontvangen, omdat het altijd een percentage van dat jaarsalaris betrof. Maar waarschijnlijk ben ik niet zo gewiekst als de bankiers die natuurlijk perfect met geld om kunnen gaan, want dat is tenslotte hun vak.
Hoezo goede prestaties? Citigroup leed in 2008 een verlies van 28 miljard dollar en kreeg 45 miljard dollar staatsteun. Toch werd er voor een bedrag van 5,3 miljard dollar aan bonussen uitgekeerd. Waarvan 696 medewerkers zelfs meer dan 1 miljoen dollar ontvingen! Hoe kan dit? Citigroup is niet het enige voorbeeld. Een aantal Amerikaanse banken maakten nog wel winst maar keerden totaal meer bonussen uit dan de behaalde winst. En ook in Europa krijgen veel bankiers al weer dikke bonussen terwijl de kredietcrisis nog lang niet over is en het economische systeem op haar grondvesten staat na te schudden.
De openbare aanklager van New York onderzocht de uitgekeerde bonussen over 2008 bij de negen banken die overheidssteun kregen. Zij vonden nagenoeg geen verband tussen de prestaties van de bankiers en de uitgekeerde bonussen. “Resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.” staat er zo braaf onderaan advertenties van banken. Voor de bankiers gaat deze waarschuwing blijkbaar niet op. De beurshandelaren die vaak forse transacties doen vinden dat ze recht hebben op een deel van de opbrengst. Dit denken heeft, volgens Kees Cools, hoogleraar corporate finance in Groningen, het hele beloningssysteem binnen banken aangetast.
Dat ondernemers veel geld verdienen als ze het goed doen is bekend en terecht. Zij lopen tenslotte risico, veelal met hun eigen vermogen als inzet. Zij kunnen failliet gaan waardoor ze vaak privévermogen en zelfs het huis waar ze in wonen verliezen. Maar bankiers zijn maar gewoon loonslaven. Welk risico lopen zij als het wat minder gaat? Ze raken hooguit hun baan kwijt, wat nogal makkelijk gaat in de Angelsaksische landen. Maar door het soepele ontslagrecht hebben ze zo weer een nieuwe baan. Maar in ons land lopen de dik betaalde bankiers nagenoeg geen risico. Dus waarom dan die hoge bonussen?
Als reden voor hoge salarissen en dito bonussen wordt maar al te gauw aangegeven dat voor kwaliteit betaald moet worden. Men moet op een krappe arbeidsmarkt kunnen concurreren. Volgens Heleen Mees ontbreekt het aan zelfreinigend vermogen in het old boys netwerk, dat alleen maar bezig is zichzelf in stand te houden. Als de bank Lehman Brothers Lehman Sisters had geheten was het volgens haar nooit failliet gegaan.
Gillian Tett, een verslaggever van de Financial Times, schreef een boek over het ontstaan van de kredietcrisis. Hij maakt gehakt van de gokkende en feestende bankiers van JP Morgan, veelal jonge ambitieuze mannen. Hij houdt ze met hun scrupuleus gedrag voor een groot gedeelte verantwoordelijk voor het ontstaan van de kredietcrisis. Tijdens luxueuze “heisessies” bedachten ze het ene na het andere financiële product waaronder de “credit derivatives” die rap werden gekopieerd door de andere banken. Het begin van de ondergang.
Natuurlijk kunnen we niet alle schuld van de kredietcrisis bij de bankiers leggen. Sinds het loslaten van onze ideologische denkbeelden, onze religieuze structuren en onze heldere en duidelijke door onze ouders uitgestippelde levenspaden, zijn we op zoek gegaan naar nieuw houvast. Dit houvast lijken we gevonden te hebben in materiële en financiële middelen. Hiermee kunnen wij onze behoefte aan vrijheid veiligstellen en komt het zwitserlevengevoel binnen handbereik. We zijn echter doorgeslagen in het consumeren. Lekker gemaakt door allerlei financiële constructies als beleggingshypotheken, aandelenlease, fiscale voordelen, heeft onze hebzucht extreme proporties aangenomen. Het moest een keer fout gaan.
Maar hebben we er wat van geleerd? Nee dus! De bankiers zien hun bonussen al weer gloren en als de beurskoersen weer opkrabbelen gaat de consument straks weer vrolijk verder met consumeren. Het is dan alleen nog maar wachten op de volgende kredietcrisis.
donderdag 10 september 2009
Een bonus van maximaal een jaarsalaris
Labels:
Angelsaksisch,
Arbeid,
Consumptie,
Economie,
Kapitalisme,
Loonslaaf
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten