Onlangs was ik bij een lezing van Paul de Blot op Nyenrode. Nog steeds ben ik geraakt door de boodschap die hij uitdroeg. Blijkbaar heb ik iets heel wezenlijks ervaren.
“In ons werk streven we het liefst naar een gevoel van thuis zijn” verklaarde de Blot. “Wij willen erbij horen, gewaardeerd worden, in harmonie samen zijn, gezamenlijk problemen oplossen en zaken realiseren zodat ons voortbestaan gewaarborgd is. Kortom wij zijn op zoek naar een familieband.” Bij mij sloeg die opmerking in als een bom. Jarenlang heb ik mij in zeer vijandige macho-omgeving staande weten te houden. ’s Morgens zette ik een knopje om en deed mijn ding en ’s avonds ging het knopje weer andersom en was ik een ander. Werk en privé waren strikt gescheiden. Zo heb ik jarenlang kunnen overleven. Maar erg gelukkig heb ik mij in die periode nooit gevoeld.
Actief blijven houdt gezond
Professor Dr. Paul de Chauvigny de Blot SJ is sinds 2006 hoogleraar Business Spiritualiteit aan de Business Universiteit Nyenrode. Hij is zoals hij zelf zegt op zoek naar de mystiek van het zakendoen. Al een aantal jaar ben ik geabonneerd op zijn blad: Business Spiritualiteit Magazine, waaruit ik al veel inspiratie heb opgedaan. Dus werd het hoog tijd om hem een keer in levende lijve te horen spreken.
De ontmoeting met de Blot begon al op de parkeerplaats waar ik mijn auto naast die van hem had geparkeerd. Geanimeerd liepen we samen naar het hoofdgebouw. Direct was ik in de ban van de warme en hartelijke uitstraling van deze man op leeftijd. Nee ik hoefde niets voor hem te dragen, hij had alles onder controle, vertelde hij. Zolang hij dat allemaal nog zelf kan regelen blijft hij in het land lezingen geven, dat houdt hem jong. Deze ontmoeting was echt de moeite waard.
De eerste boodschap, die Paul de Blot ook daadwerkelijk zelf ter hand neemt, is als je actief blijft en je geest blijft oefenen en een goede balans weet te vinden tussen werk en privé dan kan je tot op hoge leeftijd in goede gezondheid aan de samenleving meedoen. Kijk naar de mensen in de bejaardentehuizen, zij oefenen niet meer, gaan roesten en worden kasplantjes. Hij kan het weten want zelf is hij al 86 jaar!
Keerpunt en ellende
Dat knopje omzetten heb ik heel lang kunnen doen. Tot het moment dat ik mijn eigen gezin had, toen begon er iets te wringen. Ineens paste de gevoelens niet meer en ging ik in mijn werk op zoek naar de geborgenheid en veiligheid van thuis. Maar die was ver te zoeken. Dus ben ik ermee aan de slag gegaan. Ik ging het gesprek aan, stelde de onbalans aan de orde. Ineens werden mensen om mij heen mensen in plaats van arbeidskrachten en collega’s. Er ontstonden gesprekken met diepgang, aandacht en genegenheid, in plaats van de gebruikelijke afstandelijke houding. En toen begon de ellende pas echt.
Van de manager werd verwacht dat hij afstand hield. Mensen moesten resultaten opleveren, buffelen, werken voor hun geld, overuren maken, doen wat er gezegd werd. Ik herinner mij een keer de opmerking van mijn baas (alleen dat woord “baas” al! Een hond heeft een baas.) dat ik mijn team meer moest controleren en ze strakker houden. Maar ik merkte juist dat het tegenovergestelde werkte. Mijn antwoord naar mijn baas was: “Het is geen kleuterklas, het zijn professionals, zelfstandig denkende volwassenen die prima voor zichzelf kunnen denken”. Daar heb ik bij hem geen punten mee gescoord.
Meer incidenten deden zich voor, zoals de keer dat mijn baas zei dat een van mijn teamleden zich beter moest kleden. Deze man hield van nonchalante kreukpakken en droeg het liefst geen stropdas. Ik moest hem dus vertellen dat het anders moest, maar ik heb geweigerd. Het typeerde het karakter van de man, een creatieveling, goed in zijn vak, ik vond het prima zoals hij erbij liep. Ook dat heeft mij geen pluspunten opgeleverd.
Roulerend voorzitterschap
En dan de keer dat ik in mijn team het roulerend voorzitterschap introduceerde en ik ook eens een keer achterover kon leunen tijdens een vergadering. Ik hoor nog de echo van de snerende opmerking van mijn baas in mijn oor: “Je kan het zelf zeker niet aan, hè? Daarom delegeer je de boel maar.” Allemaal gebaseerd op controle als resultante van angst. Door mijn acties heb ik mijzelf heel geleidelijk buiten spel gezet. Ik zag het aankomen, maar ik kon niet anders.
De tijd was er blijkbaar nog niet rijp voor om de organisatie als een gezin te beschouwen. Zeker niet in de branche waarin ik werkte. En nog zijn veel bedrijfstakken er niet klaar voor. “Een gezin”, propagandeert de Blot, “heeft als grondslag samenleven, zorgen voor elkaar, elkaar helpen en steunen. Het is het kenmerk van duurzaamheid want je wil dat het blijft bestaan. En waarom zouden we die kenmerken niet overnemen in het zakenleven?”
De kanteling begint
Ik zie de laatste jaren gelukkig bij steeds meer bedrijven een kentering ontstaan. Bedrijven met een maatschappelijke verantwoordelijkheid zien de positieve eigenschappen van het gezin en richten steeds vaker hun organisatiemodel daar op in. Onderwerpen als diversiteit, persoonlijk leiderschap, zelfsturing, maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid passen daar in. Toch is en blijft het een voortdurend leerproces, net zoals dat in het gezin het geval is tussen ouder en kind. Maar dat maakt het juist zo boeiend.
Door het betoog van professor de Blot zijn mijn ogen geopend waarom ik mij jarenlang niet echt gelukkig heb gevoeld in mijn werk. Ik was voortdurend op zoek naar de verbinding tussen werk en privé. Dat heb ik de afgelopen jaren overigens prima weten te realiseren en daarom voel ik mij nu happy in wat ik doe. En voor mij staat vast: ik blijf tot hoge leeftijd actief!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten