De laatste jaren zijn er geregeld congressen waar de klimaatverandering, de oprakende olie en de milieuproblematiek centraal staan. Hoe lossen we de vraagstukken rond deze thema’s op? Vaak worden de nieuwste toepassingen gepresenteerd op terreinen zoals waterbeheersing, opwekken van alternatieve energie met behulp van zon en wind, milieu- en diervriendelijke veeteelt, op biologisch verantwoorde wijze produceren van voedsel, samenwerking in de keten en ga zo maar door.
Te vaak gaat het over technologie en is de rol van de mens onzichtbaar. De technologie is veelal leidend terwijl innovatie duidelijk uit meerdere aspecten bestaat. Willen we ons serieus voorbereiden op de problemen die er zijn moeten alle kanten van de medaille belicht worden. Naast technologie moet er ook aandacht zijn voor hoe we daarmee om moeten gaan (sociale innovatie). De attitudeverandering bij de mens zou veel hoger op de agenda moeten staan. Maar daarvan geen spoor.
Ik kan het meestal niet laten om over de rol van de mens te beginnen. Vaak wordt ik dan aangekeken met een blik van: Waar heeft ze het over? Of na een paar korte beleefde gemeenplaatsen en meelevende zinnen gaat men rap weer over op de eigen technologische oplossing. Het is natuurlijk zinloos en niet het publiek om mee in gesprek te gaan. Het zijn technische mensen die veelal sterk zijn in de rationele kant der dingen. Dat zijn ook vaak de mensen die met gevoel weinig op hebben.
En toch moet het onderwerp breed bespreekbaar worden, want met technologie alleen lossen we de problemen niet op. Willen we onze wereld duurzamer en meer verantwoord maken kunnen we wel hele mooie oplossingen bedenken waardoor de auto minder uitstoot, gebouwen minder energie verbruiken en baksteen minder milieubelastend geproduceerd kunnen worden. Maar dan zijn we bezig om zeer efficiënt water naar de zee te dragen, maar effectief is het niet.
Met dergelijke congressen wordt slechts een deel van de oplossingsrichting getoond. Ieder onderwerp heeft zijn eigen congres. Soms vraag ik mij af of de verzuiling echt voorbij is. Onze samenleving is hopeloos gefragmenteerd, zowel technologisch, op universiteiten, in de gezondheidszorg en zelfs in de politiek. We kijken en denken vanuit onze eigen specialisatie en praten niet met elkaar. Wanneer gaan we alles nu eens echt bij elkaar brengen?
Het is maar al te hard nodig, om met Albert Einstein te spreken:
“De belangrijkste problemen die we hebben kunnen niet opgelost worden op hetzelfde denkniveau waarmee we ze gecreëerd hebben.”
Willen we de toekomst echt op een goede manier te lijf gaan zijn we genoodzaakt nogal wat te veranderen. Om echt het verschil te gaan maken moeten we bij de jeugd beginnen. Daarom zullen we aandacht moeten besteden aan het onderwijs, daar ligt een belangrijke sleutel. De jongeren, de Digital Natives zoals ze tegenwoordig wel genoemd worden, staan al heel anders in het leven. Niet alleen hoeven zij zich niet in allerlei bochten te wringen om zich staande te houden in het digitale tijdperk, ook zijn ze spiritueler dan het in eerste instantie lijkt. Zij zijn de overgangsgeneratie.
De Amerikaans futuroloog Ray Kurzweil, die in januari 2010 te gast was bij Wintergasten, voorspelt dat in 2020 de computer net zo intelligent zal zijn als de mens. Maar daar kan ik het niet mee eens zijn, hij ziet namelijk een belangrijk aspect over het hoofd. Niet alleen de technologie ontwikkelt zich, ook de mens zelf. Zo heeft de evolutie namelijk altijd gewerkt: de sterkste overleven en ontwikkelen zich.
De echte innovatie ligt in het verbinden van alle initiatieven die er zijn op alle vakgebieden. We moeten non-dualistisch gaan denken en de 400 jaar dualisme van ons afschudden. We moeten buiten kaders leren denken en ons buiten onze eigen vakgebieden durven begeven en vooral samenwerken en communiceren. We moeten alle tegenstellingen omarmen zoals:
· Jong – oud
· Man – vrouw
· Autochtoon – allochtoon
· Oosters – westers
· Hoofd (ratio) – hart (gevoel)
Als we daartoe in staat zijn en ook ons ego opzij durven zetten kunnen we heel veel problemen oplossen en in de evolutie een sprong voorwaarts maken.
Te vaak gaat het over technologie en is de rol van de mens onzichtbaar. De technologie is veelal leidend terwijl innovatie duidelijk uit meerdere aspecten bestaat. Willen we ons serieus voorbereiden op de problemen die er zijn moeten alle kanten van de medaille belicht worden. Naast technologie moet er ook aandacht zijn voor hoe we daarmee om moeten gaan (sociale innovatie). De attitudeverandering bij de mens zou veel hoger op de agenda moeten staan. Maar daarvan geen spoor.
Ik kan het meestal niet laten om over de rol van de mens te beginnen. Vaak wordt ik dan aangekeken met een blik van: Waar heeft ze het over? Of na een paar korte beleefde gemeenplaatsen en meelevende zinnen gaat men rap weer over op de eigen technologische oplossing. Het is natuurlijk zinloos en niet het publiek om mee in gesprek te gaan. Het zijn technische mensen die veelal sterk zijn in de rationele kant der dingen. Dat zijn ook vaak de mensen die met gevoel weinig op hebben.
En toch moet het onderwerp breed bespreekbaar worden, want met technologie alleen lossen we de problemen niet op. Willen we onze wereld duurzamer en meer verantwoord maken kunnen we wel hele mooie oplossingen bedenken waardoor de auto minder uitstoot, gebouwen minder energie verbruiken en baksteen minder milieubelastend geproduceerd kunnen worden. Maar dan zijn we bezig om zeer efficiënt water naar de zee te dragen, maar effectief is het niet.
Met dergelijke congressen wordt slechts een deel van de oplossingsrichting getoond. Ieder onderwerp heeft zijn eigen congres. Soms vraag ik mij af of de verzuiling echt voorbij is. Onze samenleving is hopeloos gefragmenteerd, zowel technologisch, op universiteiten, in de gezondheidszorg en zelfs in de politiek. We kijken en denken vanuit onze eigen specialisatie en praten niet met elkaar. Wanneer gaan we alles nu eens echt bij elkaar brengen?
Het is maar al te hard nodig, om met Albert Einstein te spreken:
“De belangrijkste problemen die we hebben kunnen niet opgelost worden op hetzelfde denkniveau waarmee we ze gecreëerd hebben.”
Willen we de toekomst echt op een goede manier te lijf gaan zijn we genoodzaakt nogal wat te veranderen. Om echt het verschil te gaan maken moeten we bij de jeugd beginnen. Daarom zullen we aandacht moeten besteden aan het onderwijs, daar ligt een belangrijke sleutel. De jongeren, de Digital Natives zoals ze tegenwoordig wel genoemd worden, staan al heel anders in het leven. Niet alleen hoeven zij zich niet in allerlei bochten te wringen om zich staande te houden in het digitale tijdperk, ook zijn ze spiritueler dan het in eerste instantie lijkt. Zij zijn de overgangsgeneratie.
De Amerikaans futuroloog Ray Kurzweil, die in januari 2010 te gast was bij Wintergasten, voorspelt dat in 2020 de computer net zo intelligent zal zijn als de mens. Maar daar kan ik het niet mee eens zijn, hij ziet namelijk een belangrijk aspect over het hoofd. Niet alleen de technologie ontwikkelt zich, ook de mens zelf. Zo heeft de evolutie namelijk altijd gewerkt: de sterkste overleven en ontwikkelen zich.
De echte innovatie ligt in het verbinden van alle initiatieven die er zijn op alle vakgebieden. We moeten non-dualistisch gaan denken en de 400 jaar dualisme van ons afschudden. We moeten buiten kaders leren denken en ons buiten onze eigen vakgebieden durven begeven en vooral samenwerken en communiceren. We moeten alle tegenstellingen omarmen zoals:
· Jong – oud
· Man – vrouw
· Autochtoon – allochtoon
· Oosters – westers
· Hoofd (ratio) – hart (gevoel)
Als we daartoe in staat zijn en ook ons ego opzij durven zetten kunnen we heel veel problemen oplossen en in de evolutie een sprong voorwaarts maken.
3 opmerkingen:
Wat betreft de computers ben ik helemaal met je eens.
De technologie ontwikkelt zich dankzij de ontwikkeling van de mens.
Hij gaat er hier vanuit dat de mens stil blijft staan en de technologie zich eenzijdig ontwikkelt.
Ja Ramon, Kurzweil wordt wel gezien als guru, maar slaat toch door. Hij denkt onsterfelijk te worden door heel veel pillen te slikken.
Onsterfelijk zijn we allemaal, alleen niet in dit lichaam. Onze ziel leeft voort, ook na onze dood. Onze kennis gaat ook niet verloren maar wordt opgeslagen in het collectieve geheugen.
Die kennis neemt toe, ook exponentieel, daar kan geen computer tegenop.
Groet, Jolanda
Ik denk dat jullie ongelijk hebben.
De evolutie van de mens is slechts meetbaar in millennia.
De evolutie van de computer is meetbaar in weken en maanden.
We zijn nu een jaar verder in deze discussie en zelfs nu is de computer al zover dat wij mondeling antwoorden kunnen formuleren aan een computer en dat deze al zo geëvolueerd is, dat deze de juiste vragen erbij kan geven. Dat doet de computer sinds enkele weken al beter dan welke levende mens.
Een reactie posten