Pagina's

maandag 15 juni 2009

Het kapitalisme voorbij

Na de val van het communisme lijkt ook het kapitalisme zijn langste tijd gehad te hebben. Welke denkbeelden zijn nu actueel? En welke koers gaan we economische, politieke en persoonlijke varen? Tijd voor reflectie.

Na de val van De Muur in 1989 kwam de Franse econoom Michel Albert met het boek “Capitalisme contre capitalime” (1991). Hij constateerde dat de strijd tussen het communisme en het kapitalisme in het voordeel beslecht was van het kapitalisme. Maar direct ontdekte hij dat het kapitalisme niet zo eenduidig was als het in eerste instantie leek. De harde neoliberale politiek van de Amerikaanse president Ronald Reagan stond haaks op de mildere en meer sociale politiek in West-Europa. Volgens Albert was daarmee een nieuwe strijd geboren.

Het Rijnlands model
In zijn boek introduceerde Albert het begrip Rijnlands managementmodel, voor de mildere Europese aanpak, ook wel “caring capitalism” genoemd, dit plaatste hij tegenover het Angelsaksische model. Hij schreef toen al, onderbouwd met cijfers, dat het Rijnlands model economisch beter uitpakt dan het Angelsaksische. De onderklasse in Amerika weet namelijk niet goed te profiteren van de economische voordelen van het vrije markt denken, waardoor de armen steeds armer worden en de rijken steeds rijker. Begin jaren '90 wees hij al op het ontstaan van een torenhoge staatsschuld in Amerika, de prijs die men betaalt voor de snelle welvaartsgroei.

Albert heeft gelijk gekregen, met de kredietcrisis is nu het Angelsaksische model ontploft, met wereldwijde gevolgen. De aantrekkingskracht van het snel rijk kunnen worden toont duidelijk zijn keerzijde. Hoe nu verder? Is het kapitalisme nu ten dode opgeschreven en moeten we over op een ander systeem? Of moet het kapitalisme slechts een koerswijziging ondergaan? Het is niet de eerste keer dat het kapitalisme in de problemen verkeert, kijk naar de crisis in de jaren ’30, de tweede wereldoorlog en de dip in de jaren ’80. Toch is de vrije markteconomie overeind gebleven en zal er ook nu een manier gevonden worden om de nadelige effecten het hoofd te bieden. Alleen de manier waarop zal anders worden.

Keerzijde van het Angelsaksisch model
Ook Nederland is in de jaren ’90 massaal meegegaan met de neoliberalistische politiek van Amerika en is de verzorgingsstaat langzaam afgebouwd. Dit heeft veel goeds tot gevolg gehad, omdat de staatsschuld is verminderd, de overheidsuitgaven versoberd en de uitkeringen en vangnetten kritisch tegen het licht zijn gehouden. Maar de keerzijde kennen we ook. De marktwerking in de zorg heeft tot excessen geleid, zoals bij Stichting Philadelphia, de woningbouwcorporaties met graaiende bestuurders, (semi)overheidsbestuurders en directies van energiebedrijven met extreme salarissen.

Kapitalisme betekent dus niet dat de vrije markt maar op zijn beloop gelaten moet worden. Dat kan het tegenovergestelde effect bereiken, zoals ongebreidelde groei met uitwassen leidend tot waanbeelden van het kan allemaal niet op, de hang naar meer, de hebzucht, grootheidswaanzin, allemaal leidend tot asociaal gedrag. Enige sturing en beteugeling is zeker op zijn plaats. Misschien moeten we hier wat oude communistische ideeën van stal halen en de marktgroei beter planbaar maken. De markt moet immers ten dienste staan aan de mens en zeker niet andersom.

Een nieuwe koers lijkt te liggen in het Rijnlands model. In Europa kennen we niet één model, naast het Rijnlands wordt in West-Europa ook gesproken over het Iers, het Frankisch en het Scandinavisch model. Maar feitelijk ontlopen die elkaar niet veel, de overeenkomst ligt vooral in de hogere overheidsbeslag op het BBP. Tegenstanders vinden dat hierdoor de private sector niet haar volle potentieel aan welvaartscreatie kan waarmaken, waardoor de welvaartsgroei wordt getemperd. Ook wordt het model als onwerkbaar beschouwd vanwege de consensus die bereikt moet worden om alle belanghebbenden tevreden te stellen en wordt het vanwege alle compromissen die gesloten moeten worden als een erg politiek systeem ervaren.

Wat zijn de verschillen tussen Angelsaksisch en Rijnlands:
Angelsaksisch:
fouten maken kan niet, iedereen moet alles kunnen. Technologie- en marktgedreven, maar vooral op korte termijn. Angst en controle zijn belangrijke drijfveren. Economische groei is een must. Tégen het Kyoto verdrag. Minimale overheidsbemoeienis. De droom van iedere Amerikaan is rijk worden en veel geld verdienen.
Rijnlands:
fouten maken mag, daar leer je van, je mag erkennen dat je niet alles weet. Technologiegedreven maar met oog voor het milieu en de lange termijn. Voorzichtigheid en deugdzaamheid zijn belangrijk. Duurzame groei. Vóór het Kyoto verdrag. Overheidsbemoeienis op collectieve zaken als zorg, onderwijs en infrastructuur. De droom van iedere Europeaan is kwaliteit van leven en vrije tijd.

Het Rijnlands versus het Angelsaksisch model betreft geen harde tegenstelling. Er zijn zowel voor- als tegenstanders van het Rijnlands model. Nederland wil innovatieland zijn, om dan een zuivere Rijnlandse koers te varen is bijna niet haalbaar als we voortdurend met allerlei belangen rekening dienen te houden. Ook wordt het model als star, saai en weinig uitdagend ervaren, geen aanbeveling voor innovatie. We kunnen stellen dat het Rijnlands model evenals het Angelsaksisch model in haar zuivere vorm niet overal en altijd werkt. Het moet situationeel worden ingezet.

Concluderend kunnen we stellen dat:
uit iedere chaos nieuwe ordening zal ontstaan, zo ook uit deze crisis. We moeten ondanks de onzekerheid voor de toekomst anders leren denken en andere keuzes gaan maken. Voorwaarde is wel dat we dicht bij onze culturele achtergrond blijven en van daaruit onze eigen koers varen. Vanuit het Angelsaksisch perspectief betekent dit dat de koers van bovenaf geformuleerd gaat worden en richtinggevend is voor iedereen. Vanuit het Rijnlands perspectief betekent dit een breed geformuleerde en gedragen visie die door iedereen naar eigen inzicht ingevuld gaat worden. Een belangrijke niet meer te stuiten trend is dat niet alleen consumenten ook steeds meer bedrijven het er over eens zijn dat aandacht voor het milieu en een duurzame samenleving belangrijke waarden zijn.

Geen opmerkingen: