Pagina's

dinsdag 3 maart 2009

Zieken en bejaarden in de bezemkast

Langs de snelwegen verrijzen al jaren enorme kantoorkolossen. Ik vraag mij iedere keer weer af waar dat goed voor is. Hebben we al niet genoeg kantoren in Nederland? De demografische trend gaat toch echt richting minder werkenden. En er wordt steeds vaker mobiel gewerkt. Dus waarom bouwen we toch gewoon door?

Regelmatig gaan we vanuit het zuiden op zondag op familiebezoek richting Amsterdam. Dan hebben we in ieder geval geen last van files, tenzij Ajax thuis speelt, dan dus weer wel. Wat mij dan opvalt is de enorme hoeveelheid nieuwbouw langs de snelweg. Normaal zie ik dat niet, omdat ik voor mijn werk meestal met de trein reis. Het begint al langs de A2 bij Utrecht. Maar hoe moeten al die werkenden daar komen? Geen trein in de buurt, dus moeten ze straks allemaal weer met de auto naar het werk. Gevolg: toename van het aantal files en nog meer behoefte om thuis te werken.

Grote ambities
Ook Amsterdam kan er wat van. Grote kantoorkolossen rijzen er de grond uit. Als je een tijdje niet op de Zuidas bent geweest is de situatie al weer veranderd sinds de vorige keer, zo snel gaat het daar. De ambities zijn groot en de grond is er duur dus we moeten de hoogte in, goed zichtbaar voor iedereen. Gelijk een fallussymbool. Flink gestimuleerd door de gemeente, want die heeft er alle belang bij dat er gebouwd wordt.

Blijkbaar is er nog steeds ongelooflijk veel geld te verdienen in de vastgoedsector. Vandaar dat er gebouwd blijft worden. We hoeven alleen maar naar de bouwfraude te kijken. Ook nu is er weer iemand in opspraak gekomen, dit keer topman Möllenkamp van de Amsterdamse woningbouwcorporatie Rochdale. Hij is op staande voet ontslagen vanwege frauduleuze praktijken met vastgoed. Het gebeurt dus nog steeds. Er blijft een zweem van “onderwereld” hangen aan de vastgoedsector. Hoe zou dat toch komen?

Meer thuiswerken
Om de files te vermijden werken steeds meer mensen één of meerdere dagen per week thuis. De werknemer van de toekomst, ook wel de werknemer 2.0 genoemd, heeft straks helemaal geen kantoor meer nodig. Door het hele land worden diverse flexibele werkplekken aangeboden met alle faciliteiten om tijdelijk te werken. De technologie biedt steeds meer mogelijkheden om plaats en tijd onafhankelijk werken mogelijk te maken. Tenslotte kan je tegenwoordig, zoals de bekende reclamespot aangeeft, zelfs al in de “vrachtwaggel” werken. Dus hebben we eigenlijk wel zoveel kantoorgebouwen nodig?

Duurzaam bouwen
Als we dan toch zo nodig nieuwe panden moeten bouwen dan mag het wel wat innovatiever en duurzamer zijn. Immers beton en baksteen behoren tot de meest vervuilende en energieverslindende materialen ter wereld. Gelukkig wordt er onderzoek gedaan naar ecologisch beton en worden proeven gedaan met het opslaan van CO2 in baksteen. Op architectuurgebied doen Nederlanders het goed, denk aan Rem Koolhaas. Als we nu ook nog wat actiever aan de slag gaan met duurzaam bouwen dan ligt hier een mooie kans om ons op een positieve manier te onderscheiden in de wereld.

Duurzame samenleving
Dat er iets in de vastgoedsector niet goed zit begint tot ons door te dringen, maar er is nog een punt van zorg in onze samenleving. Door de rap vergrijzende bevolking ontstaat een behoefte aan andersoortige woningen. Ook zijn, door de langere levensverwachting, steeds meer mensen aangewezen op zorg door derden. Helaas worden de wachtlijsten voor mensen die zorg nodig hebben steeds langer. In plaats van chique kantoorcomplexen zouden we wat meer aandacht moeten besteden aan de bouw van comfortabele wooncomplexen voor ouderen en zieken. Maar blijkbaar valt aan kantoorklerken meer geld te verdienen dan aan bejaarden en zieken!

Een schrijnend situatie uit mijn persoonlijke omgeving toont aan hoe scheef en oneerlijk de wereld soms in elkaar zit. Een oom van mij is heel ernstig ziek en uitbehandeld. Eigenlijk zou het fijn zijn als hij in een hospice kon wonen, maar die is in zijn woonplaats Amstelveen niet voorhanden. Ook alle verzorg- en verpleegplaatsen zitten al maanden vol. Omdat hij niet langer in het ziekenhuis kon blijven is hij toch ondergebracht in een verpleegtehuis. Hij woont nu in een “bezemkast”, een kamertje van 2 bij 3 meter, op een afdeling met alleen demente bejaarden.

Als wij bij mijn oom op bezoek gaan dan nemen wij altijd de afslag Amstelveen-Oost. Als je daar van de A9 de afslag afrijdt valt de aandacht direct op een gigantische groot kantoorcomplex van KPMG in aanbouw. Ik vraag mij af waar dat goed voor is, want even verderop staat al een gigantisch complex van KPMG (u vast bekend vanwege de antroposofische bouwstijl). Als je dit nieuwbouwproject voorbij gereden bent kom je vervolgens een hele stapel porto cabins tegen die dienst doen als bejaardenwoningen! Het contrast is gigantisch.

Stop deze misstanden
Ik vind het een beschamende situatie. Ik gun iedereen een leuke werkplek, maar kan het niet wat eenvoudiger en vooral wat duurzamer? Werkenden worden van 9 tot 5 ondergebracht in de meest luxueuze omgevingen. En bejaarden en zieken stoppen we weg in kleine (nood)voorzieningen en wel voor dag en nacht! Ik roep iedereen op om na te denken over hoe je er bij wilt zitten als je zelf oud bent. Laat je invloed als burger gelden en beïnvloedt de politiek, want zo kan het echt niet langer.

dinsdag 10 februari 2009

Passie op de werkvloer

Mensen die met plezier hun werk doen presteren beter is in onderzoek vastgesteld. Betekent dit nu dat je mislukt bent als je geen passie ondervindt in je werk? En wat is dat eigenlijk: plezier in je werk? Waar hangt dat van af?

Laatst las ik een serie artikelen over de noodzaak van passie op de werkvloer. De meningen waren sterk verdeeld. Sommigen zeiden dat je nu eenmaal geld moet verdienen en namen het gebrek aan passie in het werk voor lief. Volgens anderen zijn mensen zonder passie op de werkvloer zielige “losers” en angsthazen met gebrek aan ambitie.

Voor mij is passie op de werkvloer niet persé noodzakelijk. Misschien komt het doordat ik ooit als kind op de televisie een zeer bevlogen man zag die voorzitter was van de plaatselijke caviavereniging. In zijn werk stond hij aan een machine waarbij hij een handel bediende. De hele dag door maakte hij dezelfde beweging en dat deed hij al zijn hele leven lang. Deze man heeft diepe indruk op mij gemaakt omdat hij zo gelukkig was. In zijn werk was hij slechts een radertje, maar in zijn vrije tijd een gerespecteerd voorzitter. Hoe jong ik ook was het drong toen al tot mij door dat niet het werk per definitie zingevend hoeft te zijn om een gelukkig mens te zijn.

Als je zelf goed in je vel zit, weet wie je bent en wat je waard bent dan is iedere soort werk interessant en uitdagend. Zelf heb ik zo’n 20 jaar met veel plezier heel hard gewerkt in een vak dat voornamelijk door mannen wordt gedaan, de ICT en de consultancy branche. Hoewel het niet altijd makkelijk was als vrouw tussen al die mannen had ik het er prima naar mijn zin. Ik haalde voldoende uitdaging uit mijn werk en kon mij goed ontplooien. Ik heb veel gereisd, in het buitenland gewerkt, veel verschillende taken uitgevoerd en verschillende rollen vervuld. Kortom: “never a dull moment” en ik werd er nog goed voor betaald ook.

Er zijn werkgevers die juist ‘ongelukkig’ personeel willen, omdat uit onderzoek van de Canadese Universiteit Alberta blijkt dat mensen die somber of angstig zijn een nauwere blik hebben, zich beter kunnen focussen en meer oog hebben voor detail, waardoor ze minder fouten maken in hun werk. Opgewekte mensen zijn namelijk sneller afgeleid, eerder verveeld en kijken minder naar details. Informatie wordt ook anders verwerkt. Somberheid en verdriet geeft aan dat er iets niet goed zit, dit leidt tot een meer analytische houding.

Moeten we nu massaal onze super hippe werkomgeving weer versoberen om sombere mensen te kweken? Nee, dit is zeker niet het geval. Onderzoek van ca. 100 jaar geleden wijst op het tegendeel. In de Human Relations beweging kwam men er juist achter dat naarmate werkomstandigheden verbeterden - lichtere werkplek, voldoende rust en pauze - de arbeidsproductiviteit steeg. Hierbij bleek dat aspecten als aandacht, zekerheid en waardering bepalend waren voor de prestaties van de mensen.

Voor passie op de werkvloer kan de werkgever een belangrijke rol vervullen. Boeien, binden en aandacht zijn hierbij cruciaal. Daar waar deze elementen ontbreken haken mensen af en ontstaat mentaal verzuim. Naar schatting is er 20% - 30% mentaal verzuim in organisaties, berekend over de totale werktijd. Onder mentaal verzuim wordt verstaan: het onvoldoende betrokken zijn bij het werk, verzaken van taken en verantwoordelijkheden, niet nakomen van afspraken. Mentaal verzuim uit zich op vele manieren zoals zaken uitstellen, verstoren van het werkproces, extra pauzes inlassen, bovenmatig klagen, jezelf afsluiten van anderen, niet meer betrokken zijn, ongemotiveerd en onbereikbaar zijn. Het is veelal een onzichtbaar proces wat ik zelf omschrijf als “meestribbelen”, je merkt namelijk niet dat mensen de boel tegenwerken.

Zelf had ik het op zeker moment ook wel gezien in de grote mannenbolwerken dus ben ik voor mijzelf begonnen. Ook dat is niet zaligmakend en soms wel wat eenzaam, maar de arbeidsvreugde is er niet minder om. Ik kan mijn eigen tijd indelen en heb meer sturing over mijn eigen werkzaamheden. Het is mijn ervaring dat ik nu net zo gelukkig ben als voorheen, want aan het werk ligt dat niet. Het gevoel van geluk zit namelijk van binnen.

Wat is nu belangrijk voor het welbevinden (op de werkplek):
> Dicht bij je zelf blijven, dicht bij je eigen gevoel;
> Aandacht geven / krijgen;
> Eerlijk zijn tegenover jezelf en naar anderen;
> Oog hebben voor je omgeving en je medemens;
> Blijven communiceren met mensen;
> Je eigen pad kiezen en je niet teveel door je omgeving de weg laten wijzen;
> Blijven openstaan voor reflectie op je eigen handelen;
> Vergeet niet te leren van je ervaringen;
> Maar wees en blijf vooral jezelf.

Mijn conclusie is dat als je niet gelukkig bent en niet lekker in je vel zit je in je werk ook niet gelukkig zult zijn. Het klinkt misschien cliché maar het is belangrijk om te kijken naar wat je allemaal wel hebt, in plaats van wat je mist. Je bent niet je carrière, je bent niet de auto waar je in rijdt. Als je zonder iets niet gelukkig bent, kan materiele welvaart je ook niet gelukkig maken.

Vind je het geluk niet in je werk dan vast wel ergens daarbuiten en daar is ook niets mis mee.

woensdag 21 januari 2009

Meisjes kunnen de wereld veranderen

Dat is de kreet van een reclamespotje op de radio. Maar dat niet iedereen daar in de wereld zo over denkt is maar al te duidelijk. Hoe vooroordelen de wereld inkleuren.

Geschokt sla ik afgelopen zaterdag het NRC Handelsblad open en lees: Talibaan krijgen zin: scholen voor meisjes gesloten. In het noordwesten van Pakistan heeft de Talibaan, net als in Afghanistan, scholen gesloten, omdat ze niet willen dat meisjes les krijgen. Ouders krijgen dreigbrieven als ze hun dochters onderwijs laten volgen en zeker acht meisjes hebben bijtend zuur in het gezicht gekregen toen ze onderweg waren naar school. “In wat voor wereld leven we?” denk ik vertwijfeld.

Vooroordelen beginnen al dicht bij huis, helaas. Bij het horen van het reclamespotje van een goede doelen organisatie “Meisjes kunnen de wereld veranderen” protesteren mijn zonen nadrukkelijk. Jongens zijn beter dan meisjes, vinden zij. Nu al op 6 en 8-jarige leeftijd zijn ze bevooroordeeld. Wat een desillusie voor een geëmancipeerde moeder als ik om dat uit de mond van je eigen kinderen te moeten horen. Heb ik wat verkeerd gedaan?

Op school doen meisjes zeker niet onder voor de jongens. Sterker nog al jaren halen meer meisjes dan jongens een VWO-, een HBO-diploma en een universitaire graad. Hierdoor zal de komende jaren naar verwachting het arbeidsklimaat sterk veranderen. Ook in het economisch verkeer neemt de rol van de vrouw toe. Vrouwen zijn namelijk bezig met een inhaalslag. Ze worden mondiger, meer vrouwen hebben een betaalde baan, ze zijn vaker alleenstaand dus economisch zelfstandig, hebben meer geld te besteden, doen veel aankoopbeslissingen, komen beter op voor hun eigen rechten en zijn dus ook nog eens hoger opgeleid. Vrouwen zijn een niet te onderschatten doelgroep.

Recent onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam wijst uit dat bij een aanwezigheid van vrouwen in de top van het bedrijf het rendement op het eigen vermogen toeneemt. Resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het boek: “Topvrouwen” van Lückerath-Rovers en Van Zanten. Eerder onderzoek van onderzoeksbureau McKinsey gaf een vergelijkbaar resultaat. Dus aanwezigheid van vrouwen in het werk biedt zichtbare voordelen.

Al jaren pleit ik voor meer diversiteit op de werkvloer. Het blijkt namelijk dat divers samengestelde teams meer in balans zijn, creatiever zijn en een bredere blik hebben op hun omgeving. Ze zijn innovatiever en beter in staat om in te spelen op de veranderingen in de markt en hebben daardoor een positieve invloed op het rendement van de organisatie. Diversiteit geeft nieuwe impulsen en motiveert.

Als meisjes naar school gaan kunnen ze de wereld veranderen, dat is de strekking van het reclamespotje. Want als met name in de ontwikkelingslanden vrouwen naar school gaan zullen ze een belangrijke bijdrage gaan leveren aan hun omgeving. Door het volgen van onderwijs zijn ze in staat om de trend van armoede te doorbreken. Goed nieuws zou je zeggen. Helaas niet voor tribale volken als de Talibaan die zich laten leiden door eeuwenoude gewortelde vooroordelen. Door de islamisering van de wereld lijkt het of we op het terrein van de rechten van de vrouw een stap terugdoen.

Natuurlijk heb ik het er niet bij laten zitten en heb ik geprobeerd te achterhalen waar de mening van mijn zonen vandaan komt. “Jongens kunnen op een vrachtwagen rijden.” Blijkbaar hebben ze nog nooit een vrouw achter het stuur gezien van een grote truck. “Jongens kunnen beter voetballen.” Tja, daar is bijna geen speld tussen te krijgen. Maar toch zijn er heel veel vrouwen die voetballen en goed ook. De Nederlandse voetbalvrouwen zijn gekwalificeerd voor het EK, dit jaar gehouden in Finland. Vrouwenvoetbal levert op Google meer dan 52.000 hits op, ze zijn er wel alleen minder zichtbaar in de media.

“Jongens zijn sterker.” Dat laat ik niet op mij zitten, dat moet gedemonstreerd worden. Als ik de oudste in de houtgreep heb sputtert hij tegen “ja, maar mam jij bent geen meisje”. (Dat vormt weer input voor een andere aardige discussie.) Maar ik geef toe mannen zijn fysiek sterker dan vrouwen en dat is ook gelijk een van de weinige punten waarop mannen “beter” scoren dan vrouwen.

Zijn jongens beter dan meisjes of andersom? Nee, natuurlijk niet, meisjes en jongens zijn gewoon anders. Ze hebben andere kwaliteiten en vullen elkaar juist goed aan. Daar kunnen we dus in de volle breedte voordeel uit halen. Zijn sommige mannen soms bang voor vrouwen? Die conclusie zou je haast wel kunnen trekken als je de geschiedenis er op naslaat en de ontwikkelingen in diverse culturen bekijkt. Dus er is nog een hoop voorlichtingswerk te doen, want zolang, zelfs in ons land, vrouwen nog altijd minder betaald krijgen dan mannen voor hetzelfde werk moet er nog wel wat veranderen.

Dat de rol van de media hierin een belangrijke rol speelt is mij wel duidelijk. Nu al zijn mijn zonen beïnvloed door de media en natuurlijk door de school en de vriendjes. Maar ik wist niet dat het zo erg al was. Mijn man suste de boel door geruststellend te zeggen: “Ach, dat zeggen ze gewoon om jouw te testen en je op de kast te krijgen.” Toch voelt het niet zo en ligt er voor mij en mijn omgeving, maar vooral ook voor de media nog een schone taak te wachten…..

donderdag 8 januari 2009

Goed nieuws is geen nieuws

Tot mijn stomme verbazing was dit het antwoord van de journalist Job Boot, gisteren tijdens de Nieuwjaarsbijeenkomst van de Kamer van Koophandel Midden Nederland, op de vraag van een ondernemer waarom de media zoveel bezig is met negatieve berichtgeving in plaats van het brengen van positief nieuws. Er is zoveel positiefs te melden, maar daar kan journalistiek Nederland blijkbaar niet mee scoren.

Er is iets goed mis in onze samenleving, dat heb ik al vaker geconstateerd, maar dit is er ook weer een. Welke rol heeft de media gespeeld in de kredietcrisis? En welke rol speelt de media ten aanzien van de huidige recessie? Is er überhaupt wel sprake van een recessie? Tussen alle berichtgeving door klinkt zo nu en dan een positief geluid dat het in Nederland nog helemaal zo slecht niet gaat, maar dat zijn helaas maar de zijlijnberichten in de krant. De grote koppen zijn nagenoeg allemaal negatief. Bij het journaal is het helaas al niet anders. Als je nog niet depressief was dan wordt je het wel door de media.

Zelf ben ik, op kleine dipjes na, over het algemeen positief en optimistisch. Zeker naar de toekomst toe valt er nog veel te verbeteren in de wereld, maar ben ik er ook van overtuigd dat ik daar zelf een bijdrage aan kan leveren. Mijn levensmotto is: Wees de verandering die je in de wereld wilt zien. Ik heb geleerd dat er zo iets is als “self fulfilling prophesies”, wat je verwacht dat gaat gebeuren, dat gebeurt ook. Wat je zaait zal je oogsten. Dit kan zowel de negatieve als wel de positieve kant uitslaan. Dat veel mensen dit fenomeen graag willen aannemen blijkt wel aan de enorme populariteit van van boeken als “The Secret" van Rhonda Byrne.

Het gekke is dat de Kamer van Koophandel heel veel goeds te melden had, dus is de boodschap goed nieuws is geen nieuws volledig misplaatst. Ik was aangenaam verrast door de 10 genomineerde bedrijven voor de Ondernemersprijs 2008, die stuk voor stuk een heel mooi bedrijf lieten zien. Bedrijven met een missie, een schitterend product, inspelend op de problemen van het milieu en de energieschaarste en een gemotiveerde ploeg van mensen. Ik ben er van overtuigd dat het leuk werken is bij die bedrijven.

De winnaar van de Ondernemersprijs 2008 is Incontrol Enterprise Dynamics uit Utrecht geworden. Een opmerkelijke en verrassende keuze. Nederland loopt in de wereld voorop in de gamingindustrie (de computerspellen industrie), terwijl veel mensen dat niet weten. En als ze het al weten wordt het vaak afgedaan als hobbyisme. Maar het is juist deze technologie die het bedrijf Incontrol succesvol maakt. Zij ontwikkelen computersoftware om simulaties toe te passen voor complexe logistieke situaties zoals bagageafhandeling op Schiphol en de aan- en afvoer van treinen bij de NS.

Waar ik vooral erg enthousiast over was is dat ze regelmatig kinderen rond de leeftijd van 9 jaar gebruiken om hun software te testen (beslist geen kinderarbeid!). Dat moest mijn zoon eens weten, die doet de hele dag niets liever dan spelletjes op de computer. Hiermee legt het bedrijf ook een link naar onderwijs en gebruiken ze de kennis van jongeren die totaal anders is dan onze kennis, omdat zij opgegroeid zijn met de computer en wij niet. Een niet te onderschatten verschil!

De moraal van dit verhaal:
Laten we positief blijven en onszelf niet de recessie in praten. Wij hebben het zo goed in dit land en we hebben zo veel goeds te bieden. Maar laten we onszelf ook eens wat minder serieus nemen, er mag best meer gelachen worden. Mijn advies aan het bestuur van de Kamer: huur de volgende keer een jonge cabaretier in die de zaal aan een stuk aan het lachen houdt. Of huur Guido Thys in, een interessant spreker met veel gevoel voor humor, hij noemt zichzelf bedrijfsverloskundige en neemt zichzelf ook niet al te serieus. En laten we vooral ook naar de jeugd blijven kijken. We kunnen nog heel wat leren van de onbevangen manier waarop ze in de wereld staan. En met klem doe ik een beroep op de media: schrijf eens wat meer over positief nieuws. Positief nieuws is het beste nieuws!

Meer weten:
Guido Thys heeft een aantal alleraardigste boekjes geschreven, zoals: “De Passieketen – hoe echte klantwaarde alleen maar uit hartstocht kan ontstaan” 2004, uitgegeven door Speaking Matters NL.

maandag 5 januari 2009

Op zoek naar de menselijke maat

We zijn met z’n allen op 1 januari 2009 wakker geworden in een economie in crisis, groter dan de meeste van ons in ons hele leven ooit hebben aanschouwd. Gevolg: veel onzekerheid over wat de toekomst gaat brengen en een financiële schuld die de generatie na ons nog zal voelen als we er niet snel iets aan doen. Maar wát gaan we er aan doen?

De afgelopen jaren toen het ons economisch nog voor de wind leek te gaan kregen wij o.a. door Al Gore doemscenario’s voorgeschoteld dat er een eind is aan onze groei. Dat onze natuurlijke hulpbronnen zoals olie, maar ook schoon water en lucht schaars worden en dat onze planeet, als we zo doorgaan, de groei niet meer aankan. Daar moeten we dus wat aan doen. De duurzaamheidgedachte begint aan te slaan, is de hype voorbij en is zeker het geitenwollen sokken stadium ruim gepasseerd. Dat we een tandje terug moeten in onze ongebreidelde consumptiedrang om het milieu te sparen is al duidelijk, maar nu laat de huidige kredietcrisis zien dat er ook een keerzijde is aan economische groei.

Verslaafd aan groei
Jarenlang was het normaal voor een bedrijf om meerdere procenten per jaar te groeien. Om de groei te financieren leenden we geld. En om onze schulden weer te kunnen voldoen was vervolgens weer economische groei noodzakelijk. Raar fenomeen eigenlijk. Wij zijn verslaafd aan geld en aan economische groei. Ons hele economische systeem is gebaseerd op schuldgeld. Het grootste gedeelte van ons geld wordt namelijk door commerciële banken in de vorm van krediet gecreëerd en is niet door banken uitgegeven of door overheden gegarandeerd. Hierdoor is een vicieuze cirkel ontstaan die nu dus is geploft.

Er zit iets goed verkeerd in ons economisch systeem en vooral in de wereld van het geld. Er is veel vertrouwen geweest gebaseerd op lucht. En die luchtbel heeft de mogelijkheid om te verdampen, dat is nu wel duidelijk. Geld is al lang niet meer gebaseerd op de gouden standaard, waarbij het goud daadwerkelijk in een kluis ligt opgeslagen, maar is gebaseerd op gestold vertrouwen met beurswaarden als onderliggende waarden. Op dit moment wordt door wetenschappers waaronder de wiskundige Nobelprijs winnaar John Nash naarstig gezocht naar nieuwe standaarden voor geld. Hij denkt dat de huidige tijdgeest rijp is voor een nieuwe aanpak. We zullen hem belangstellend blijven volgen.

Homo economicus
Steeds meer zijn in de afgelopen jaren naast een vast salaris ook variabele beloningen gebruikelijk geworden. Er is niets mis mee om mensen af te rekenen op datgene wat ze presteren, maar bepaalde maatstaven zijn de afgelopen jaren buiten proporties geraakt. Beloningssystemen zijn vaak niet meer gerelateerd aan een persoonlijke prestatie maar aan de omvang van een bedrijf of een afdeling. Grootheidswaanzin en exponentieel oplopende bonussystemen hebben bij bestuurders de dollartekens in de ogen doen opvlammen, waardoor ze goedlopende bedrijven tot onbestuurbare en ondoorzichtige conglomeraten hebben samengevoegd. Het moest een keer misgaan.

We kunnen alleen maar constateren dat we de menselijke maat uit het oog verloren zijn in ons huidige economische systeem. Wat vinden wij als mensen belangrijk? Waar hebben wij behoefte aan? Vragen waar het in de eerste economielessen over ging. De mens als homo economicus – bezig met behoeften bevrediging, de basis van ons huidige economisch handelen. Maar waar is de mens gebleven in de hele discussie? Het is verworden tot de mens die zo veel mogelijk geld wil verdienen, om zoveel mogelijk te kunnen consumeren, om te laten zien hoe goed hij wel niet is. Vanuit ons materialistisch wereld/mensbeeld wordt status en wie je bent afgelezen aan iemands materiele bezittingen.

Er is echter meer dan geld alleen en er is ook een verschuiving zichtbaar in het mensbeeld naar een meer spiritueel mensbeeld, waarbij ook zingeving een rol speelt. Onderzoek wijst uit dat we in de afgelopen decennia in welvaart sterk vooruit zijn gegaan, maar het gevoel van welzijn is niet gestegen. De mens werkt niet voor geld alleen, maar ook geluk, liefde, aandacht, gezondheid, vrijheid en kennis vergaren zijn elementen van waaruit de mens gedreven wordt. Het wordt tijd dat de mens weer centraal komt te staan in allerlei discussies. De mens is geen wegwerp item, geen gebruiksartikel. Het systeem moet op mensen afgestemd worden en niet andersom.

Recapitulerend: wat kunnen wij zelf doen:
· Positief denken en geloof houden in eigen kunne. Een groot gedeelte van ons economische principes zijn gebaseerd op vertrouwen. Laten we daarom positief zijn en elkaar niet de put in praten en ons niet al te veel door de media negatief beïnvloeden;
· Nog meer aan de slag gaan met maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO);
· Laten we kritisch blijven op beloningsstructuren, vooral waar het gaat om maatschappelijke functies;
· Het is van groot belang om de menselijke maat terug te brengen in ons handelen;
· Laten we onze hang naar meer, meer, meer wat beteugelen.

Wil je reageren dan kan dat, suggesties stel ik zeer op prijs. Wil je meer weten mail mij dan: j.verburg@gieserwildeman.nl

Ik wens iedereen een gezonde blik op de toekomst!