
Vrouwen handelingsonbekwaam
Tot 1957 waren vrouwen niet handelingsbekwaam, dat houdt in dat zij niet zelfstandig gerechtigd waren om beslissingen te nemen over het eigen leven. Tot aan hun trouwen waren vrouwen onder de zorg van de vader, die op de dag van het huwelijk de vrouw wegschonk aan haar echtgenoot waarna hij de zorgplicht voor zijn vrouw overnam. Zonder toestemming van hun vader of echtgenoot konden vrouwen geen financiële verplichtingen aangaan of overeenkomsten sluiten. In onze oren klinkt dat natuurlijk hopeloos achterhaald en gelukkig is dat ook zo.
Het was in die tijd ook gebruikelijk dat bij het aangaan van een huwelijk het arbeidscontract automatisch opgezegd werd. Zo ook bij mijn moeder. Toen ze trouwde stopte ze met werken en had ze geen eigen inkomen meer. Vanaf dat moment werd zij geacht zorg te dragen voor het huishouden en de verzorging van mijn vader, waar later de zorg voor mij, mijn broer en zus bij kwam. Toen wij wat ouder waren wilde mijn moeder gaan werken. Mijn vader vond dat geen goed plan. Maar zij zette door en is gaan werken. Ze heeft ook altijd tegen mij gezegd, en ongetwijfeld ook tegen mijn zus: “Kind zorg dat je een goede opleiding krijgt want dan ben je nooit afhankelijk van een man!” Op deze manier liet mijn moeder blijken dat ze het niet fijn vond om geen eigen geld in handen te hebben.
Sociale druk

Ik hoor vaak het excuus dat het de eigen keuze is van de vrouw om minder te werken en om meer voor de kinderen te zorgen. Dat lijkt mooi, maar de achterliggende beweegrede ligt eerder op het terrein van de sociale druk dan dat het de keuzevrijheid betreft. Hetzelfde gevoel krijg ik over de beweegredenen van vrouwen uit conservatief religieuze kringen als het gaat om het dragen van een hoofddoek.
Keuzevrijheid
Mijn moeder heeft veel moeite moeten doen om de sociale druk te weerstaan door toch te gaan werken. Al deed ze dat in deeltijd en was ze nooit in staat zichzelf volledig te onderhouden. Het gaf haar toch een zekere mate van vrijheid. Ze hoefde namelijk niet meer volledig haar hand op te houden bij mijn vader en kon zelf beslissen over bepaalde uitgaven. In dat opzicht is er veel veranderd, want jonge vrouwen zijn heel goed in staat zichzelf te onderhouden. Dat neemt af naar mate de zorg voor kinderen zich aandient en komt het culturele vooroordeel “dat het in de natuur van vrouwen zit om te zorgen” weer bovendrijven. Wat natuurlijk onzin is want mannen zijn prima in staat om de rol van verzorger op zich te nemen.

Basisinkomen als oplossing
De grote vraag is nu wat kunnen wij er aan doen om de afhankelijkheid van vrouwen ten opzichte van mannen op te heffen dan wel te verminderen? Voor mannen is het immers ook niet fijn als de vrouw “een blok aan het been wordt”. Er is beslist een mogelijkheid om aan de afhankelijkheidspositie tegemoet te komen, namelijk de invoering van een basisinkomen voor iedereen. Dit houdt in dat iedereen een vast maandelijks bedrag in handen krijgt los van de arbeid die je verricht. Een basisinkomen doet daarmee recht aan al die vrouwen die hun financiële zelfstandigheid opgeven om geheel belangeloos zorg- en gezinstaken op zich te nemen.