Pagina's

vrijdag 28 februari 2014

Waar is al het werk gebleven?

In 1975 lanceerde Eastman Kodak de digitale fotografie, maar omwille van de bescherming van de eigen filmrolletjes zette het bedrijf de ontwikkeling niet door. Met dramatische gevolgen. De meer dan 100.000 arbeidsplaatsen zijn verdwenen. 

Wie kent niet het merk Kodak, het bedrijf dat fotografie naar de massa bracht. Zo’n vijfentwintig jaar geleden bracht mijn man met zijn vader via de Lions een bedrijvenbezoek aan Kodak in Odijk. Hij herinnert zich nog steeds het antwoord op de vraag “Hoe ziet Kodak de toekomst van de digitale fotografie?” Het antwoord luidde: “Wij verwachten dat er altijd ruimte zal blijven voor film”. Toen leek het antwoord niet schokkend, maar met de wetenschap van nu is dat absoluut wel het geval. Het bedrijf Kodak is nagenoeg verdwenen, alleen door de verkoop van haar merknaam en de patenten bestaat het nog.

Het bedrijf Instagram kunnen we zien als de opvolger van Kodak. Het heeft een app ontwikkeld waarmee de mooiste foto’s gemaakt en bewerkt kunnen worden. Er werken slechts 12 mensen! De moraal van dit verhaal: als wij denken dat de toekomst niet drastisch zal veranderen dan zitten we er helemaal naast. De digitalisering heeft zo’n enorme impact op onze manier van leven dat we nog niet half beseffen waar we naar toe gaan.

Het werk raakt op
Veel adviseurs en analisten denken nog steeds, of laten ons geloven, dat als de crisis voorbij is er wel weer voldoende werk is voor iedereen. Maar het tegendeel lijkt meer bewaarheid te worden. In 1995 publiceerde Jeremy Rifkin zijn boek: “The end of work” waarin hij uiteenzet dat veel arbeiders zullen worden vervangen door machines. Het boek lijkt geheel te zijn doodgezwegen want het is niet eens in het Nederlands vertaald. Hoe blind kunnen we zijn om te denken dat het loze woorden zijn. En dan heeft Rifkin het nog grotendeels over de mensen in de werkplaatsen die vervangen worden.

Het boek “Race against the machine” van Andrew McAfee en Erik Brynjolfsson gaat nog een stap verder en laat zien dat ook hoogwaardige banen kunnen verdwijnen door de digitalisering. Als je ooit Google Translate hebt gebruikt weet je hoe eenvoudig het tegenwoordig is om teksten te vertalen. Niet direct perfect, maar met een beetje bijschaven wel perfect te maken, in minimale tijd. Daar komt geen professionele vertaler meer aan te pas. Het boek en ook de YouTube film van Andrew McAfee laten overtuigend zien dat de kennis genererende computer de mens inmiddels evenaart dan wel in de toekomst zal verslaan, met alle gevolgen van dien voor de beschikbaarheid van arbeid.

Allemaal zelf-bankierend journalist
We hoeven niet eens ver te kijken om te zien welke industrieën inmiddels al drastisch zijn veranderd door de digitalisering: de muziek- en boekenbranche, met gevolgen voor winkeliers, uitgevers, papierleveranciers, royalty’s en dergelijke. Bestellen of downloaden gaat via een muisklik, je hoeft er je stoel niet meer voor uit. Zelfs het beroep van journalist staat op uitsterven. Iedereen is tegenwoordig journalist via social media en de eigen blog, alleen worden we daar niet of nauwelijks voor betaald.

De bankensector is ook drastisch veranderd. Stonden we vroeger in lange rijen om de geldzaken te regelen, nu hoeft je de deur niet meer uit. Honderdduizenden banen zijn inmiddels verloren gegaan door het digitaal bankieren en het einde is nog niet in zicht. Nog iedere dag kondigen banken aan dat ze kantoren sluiten.

We heffen het leger op
Ook het leger biedt geen veilige baangarantie meer. De Amerikanen gaan hun legermacht terugbrengen in de omvang van voor de Tweede Wereldoorlog. Veel
onderzoek- en spionagewerk wordt overgenomen door automatisering, denk aan de "drones". Dit leidt meteen tot de vraag: “Hebben we überhaupt nog wel een leger nodig als we via computergestuurde gevechtswapens de vijand uit het veld kunnen ruimen?” Dit voornemen van de Amerikaanse overheid heeft niet alleen gevolgen voor de militairen maar ook voor allerlei toeleveranciers.

Onbemande voertuigen zijn geen science fiction meer. Google ontwikkelt een zelfrijdende auto (zie Tegenlicht van 16 februari 2014). Als dit doorzet dan komt ook de hele vervoerssector er anders uit te zien. Al onze aankopen via internet worden netjes thuisbezorgd door onbemande voertuigjes. Alle bestuurders van voertuigen kunnen wat anders gaan doen.

Minder werk maar toch kunnen leven
Door de verregaande automatisering worden steeds meer menselijke handelingen overbodig. De bedrijven daarentegen maken steeds meer winst. Op dit moment telt Europa 26 miljoen werklozen, net zoveel als het aantal inwoners van België en Nederland samen. In Spanje wordt al gesproken over een verloren generatie omdat de jeugdwerkloosheid is opgelopen tot boven de 60%. Waar blijft de opstand van de jeugd tegen de scheefgroei van onze economie?

Recente artikelen laten zien dat de rijken steeds rijker zijn geworden, zelfs in de achterliggende crisis, terwijl de middenklasse en de armen er op achteruit gegaan zijn. Als er minder werk is waarvan vooral de grootste populatie, de middenklasse, het slachtoffer wordt wie gaan dan al die producten kopen die nog altijd verkocht moeten gaan worden om de economie draaiende te houden? Daarom is het zaak om de koopkracht op peil te houden ondanks het teruglopen van arbeid. Dat is alleen mogelijk met aanvullende maatregelen, die indien niet genomen door het bedrijfsleven, vooral door overheden in gang moeten worden gezet. 

Oplossingen
Om escalatie te voorkomen zullen we ten eerst moeten erkennen dat er minder werk is en dat dit structureel is. We kunnen niet blijven geloven in de terugkeer van wat geweest is. Rutger Bregman geeft hiervan een goede schets in Tegenlicht van 2 februari 2014. Vervolgens zullen we maatregelen moeten nemen om de hoeveelheid arbeid beter te verdelen zodat het bestaansrecht voor mensen gegarandeerd is.
En daarna moeten we gaan leven met de wetenschap dat we tijd over houden voor andere zaken. De econoom Keynes gaf in 1930 al aan in zijn pleidooi voor een kortere werkweek dat dit de grootste uitdaging wordt voor onze generatie: Hoe om te gaan met vrije tijd!

In mijn visie zijn er 3 oplossingen om het probleem te lijf te gaan:
· Instellen van een 24-urige werkweek
· Een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen
· Verlagen van de belasting op arbeid

Het terugbrengen van de werkweek betekent dat het bestaande werk verdeeld wordt over meer mensen. Hierdoor neemt de werkloosheid af en wordt de druk op de uitkeringen verminderd en kunnen we ook aan de wens van de overheid tegemoet komen om deel te nemen aan de participatiesamenleving. Ter compensatie van het verminderen van de werkweek krijgt iedereen een onvoorwaardelijk basisinkomen wat tevens vermindering van bureaucratie en het onnodig rondpompen van subsidies, toeslagen en uitkeringen tot gevolg heeft. 

Belasting wordt geheven op dat wat schaars is, arbeid is niet langer schaars dus kan verminderen of geheel vervallen. De belasting op grondstoffen daarentegen kan flink omhoog waardoor de extreme bedrijfswinsten ook worden genormaliseerd en het systeem betaalbaar wordt. Willen de bedrijven hun producten kunnen blijven verkopen zullen ze eieren voor hun geld moeten kiezen.

vrijdag 21 februari 2014

Pleidooi voor de 24-urige werkweek

Bijna 100 jaar oud al is de discussie over het inkorten van de werkweek. De Britse econoom Keynes pleitte in 1930 zelfs al voor een 15-urige werkweek. Het terugbrengen van de werkweek van 40 naar 24 uur kan het probleem van de groeiende werkloosheid helpen oplossen. Waar wachten we nog op?

Wie kent niet dat gevoel van de vergadering aan het eind van de dag die eindeloos lang duurt en nergens over gaat terwijl jij op hete kolen zit omdat je kinderen op tijd opgehaald moeten worden van de opvang. Als je dan eindelijk in je auto zit is er natuurlijk een lange file en dringen de visioenen zich aan je op van je huilende kinderen die door de opvang buiten het hek zijn gezet. Van de stress ben je in staat je stuur op te vreten. Op zulke momenten zou je willen dat je korter werkte.

Hebben we niet allemaal geregeld het gevoel dat we geleefd worden en dat we behoefte hebben aan wat meer rust in ons bestaan? Toch blijft het bij die ene flits die door ons hoofd schiet en doen we verder niets. Waarom blijven we zo hard doorgaan met ploeteren?

Hard werken is de norm
We komen uit het industriële tijdperk waar hard werken de norm is. Van hard werken is nog nooit iemand dood gegaan, was het adagium in mijn familie. Maar de tijden veranderen en daarom moet het imago van arbeid drastisch worden herzien. Door de digitalisering is de factor arbeid, een van de drie productiefactoren van de industriële revolutie naast kapitaal en land, aan herziening toe. Arbeid is niet langer schaars en de hulpmiddelen om arbeid te vergemakkelijken zijn talrijk geworden.

Vraag om je heen aan mensen die fulltime werken waarom ze zoveel uren maken dan krijg je steevast te horen dat ze dat fijn vinden. Bij wat doorvragen volgen de echte redenen: slecht voor de carrière en niet fijn voor de portemonnee. Maar wat nu als deze redenen geen rol spelen? Dan zijn toch heel veel mensen maar al te graag bereid om uren in te leveren.

Van tekort naar overschot aan arbeid
De discussie over het inkorten van de werkweek staat behoorlijk in de belangstelling en is zeker niet nieuw. In de crisisjaren aan het begin van de vorige eeuw werd er al volop over gesproken, toen voornamelijk vanwege de hoge werkloosheid. Het argument ontstond vooral uit financieel oogpunt omdat de druk op de pot voor werklozenondersteuning te groot werd. In Duitsland was er toen op kleine schaal zelfs sprake van een 24-urige werkweek.

Pas sinds 1960 kennen we de vrije zaterdag. Toen ging de werkweek terug van 48 naar 40 uur. Nu niet uit oogpunt van werkloosheid, want er was eerder sprake van krapte op de arbeidsmarkt. De weerstand bij de werkgevers, omdat het slecht zou zijn voor de economie, was groot. Het tegendeel was echter waar. Door de vrije zaterdag namen de bestedingen toe, vooral doordat de recreatie een vlucht nam. Gezinnen hadden meer tijd om hun geld uit te geven en trokken er massaal op uit. Nu ruim 50 jaar later zijn we toe aan de volgende inkorting van de werkweek. Maar nu gevoed door het tekort aan werk.

Keynes en de 15-urige werkweek
Voor de crisis die in 2008 begon maakte overheid en werkgevers zich vooral zorgen over een tekort aan arbeiders door de massale uitstroom van de naoorlogse generatie. Maar die discussie verstomt steeds vaker. In toenemende mate wijzen signalen op een blijvend tekort aan arbeid. Het achterliggende decennium hebben wij massaal werkgelegenheid overgeheveld naar lagelonenlanden. En het werk dat we hebben overgehouden, hoe hoogwaardige ook, wordt in rap tempo geautomatiseerd. Door de verregaande technologische ontwikkeling zal steeds meer arbeid door automatisering en robots worden overgenomen.

De Britse econoom John Maynard Keynes was zijn tijd ver vooruit door te stellen dat over ca. honderd jaar wanneer de mens welvaart genoeg zou hebben vergaard, de werkweek zou kunnen worden ingekort tot 15 uur. Echter hij hield er toen geen rekening mee dat wij in zoveel weelde zouden leven zoals we nu doen, met het bezit van een eigen huis, een auto, een televisie, een jaarlijks nieuwe garderobe en de jaarlijkse vakantie naar buitenlandse oorden, dat we nooit genoeg lijken te hebben. Om aan onze consumptiebehoefte tegemoet te kunnen komen is een 24-urige werkweek dan ook een reëler uitgangspunt.

De toekomst van onze kleinkinderen
In zijn essay “Economic possibilities for our grandchildren (1930)” ging Keynes uit van de menselijke eigenschap van hebzucht wat ten goede zou komen aan de groei van onze welvaart. En dat is wonderwel gelukt. De geweldige uitspraak van de Brits hoogleraar Duurzame Ontwikkeling Tim Jackson illustreert onze consumptiedrift als volgt: “We worden door het systeem gedwongen om geld dat we niet hebben te besteden aan goederen die we niet nodig hebben om een niet blijvende indruk achter te laten op mensen waar we geen band mee hebben”.

Maar Keynes gaf ook aan dat na honderd jaar het tij zou keren en we dan genoeg welvaart zouden hebben vergaard waardoor wij minder zouden hoeven werken. De overgebleven extra tijd zouden we dan kunnen besteden aan het verhogen van ons welzijn. En op dat punt staan we nu. De overheid roept ons op om meer tijd te besteden aan onze familie en de mensen in onze omgeving, omdat zieken en ouderen langer thuis moeten blijven wonen omdat het huidige systeem niet langer betaalbaar is. Maar waar halen we de tijd vandaan om een participatiesamenleving te ondersteunen?

Kwalitatieve samenleving
Er zijn dus momenteel genoeg argumenten te vinden om de werkweek verder in te korten. Als we allemaal wat minder werken dan kunnen meer mensen betaalde arbeid verrichten en daalt de werkloosheid en de bijbehorende kosten. Door het spreiden van werk over meer mensen van jong tot oud, zijn we ook direct in staat om een deel van onze tijd aan kwaliteit van leven te besteden.

En hoe gaan we dat dan allemaal financieren zullen de sceptici inbrengen. Dat kan gerealiseerd worden door een herziening van het belastingstelsel. Als we meer differentiatie aanbrengen in de belastingtarieven, meer belasting heffen op vervuilende en grondstofintensieve consumptie en minder op duurzame en biologische producten, dan doen we ook recht aan de aanslag op de aarde. Maar de grootste omvorming moet komen te liggen op de belasting op arbeid, die kan drastisch omlaag, waardoor arbeid goedkoper wordt. Hiermee wordt niet alleen de circulaire economie een push gegeven maar komt ook tegemoet aan de participatiesamenleving. Juist de kwalitatieve samenleving vraagt om meer dienstverlening, meer arbeidsintensieve handelingen en meer handen aan het bed.

Minder stress
Als arbeid goedkoper wordt houden we meer geld over. Voeg daarbij een basisinkomen voor iedereen waardoor de ingewikkelde wet- en regelgeving en het onnodig rondpompen van gelden wordt teruggedrongen dan heeft ook de overheid meer tijd om aan dienstverlening te besteden. Als we minder werken en binnen het gezin het aantal werkuren verminderen dan halen we de stress uit het systeem. En als we ons minder zorgen hoeven te maken over onze basisvoorzieningen zal de samenleving vanzelf meer relaxt worden. Naast algeheel welbevinden komt dit direct ten goede aan de volksgezondheid waardoor de kosten zullen dalen in plaats van stijgen vanwege de vergrijzing.

Het is allemaal niets nieuws, de ideeën zijn er al lang, we moeten alleen het lef hebben het in te voeren. Een kortere werkweek betekent dat we minder bang hoeven te zijn dat onze kinderen buiten het hek gezet worden omdat we niet in de gelegenheid waren ze op tijd op te halen en daarmee creëren we een win-win-win-situatie.