Pagina's

maandag 30 november 2009

Grootheidswaanzin

In de golfstaat Dubai leken de bomen (gebouwen) tot in de hemel te groeien; tot vorige week. Ook in dit zelfgecreëerde sprookjesparadijs heeft de kredietcrisis toegeslagen. Het grootste bouwbedrijf Dubai World kan niet meer aan zijn betalingsverplichtingen voldoen. Heeft de maakbaarheid van het kapitalisme dan toch zijn einde bereikt?

Wereldwijd zijn we er inmiddels wel van doordrongen dat we de afgelopen decennia op erg grote voet hebben geleefd. Groot – groter – grootst leek het adagium. Vooral goedkoop geld lijkt een belangrijke oorzaak te zijn van onze expansiedrift. Met geld is alles te koop en als we maar voldoende geld creëren groeit de economie vanzelf. Jaarlijkse groei van 10% of meer is lang meer regel dan uitzondering geweest.

Ieder weldenkend mens heeft in zijn achterhoofd vast we eens dat gevoel gehad dat er iets niet klopte, dat geen enkele boom tot in de hemel groeit. Maar ja, we knijpen al gauw een oogje toe als het allemaal goed gaat. Waarom zouden we dan gaan doemdenken? En als het goed gaat willen we dat ook uitbundig laten zien. Vandaar al die ambitieuze plannen voor het bouwen van het hoogste gebouw ter wereld. Allemaal egostrelend gedrag.

Ook Nederland is niet ontkomen aan de decadentie en de grootheidswaanzin. Directeuren van woningbouwcorporaties die in dure auto’s rondreden. Zorgverlenende organisaties die zo nodig een kasteeltje moesten aanschaffen, met een faillissement als gevolg en de hulpbehoevenden in de kou. Dat zijn nou maatschappelijke organisaties. Torenhoge bonussen van graaiende managers. Een normaal mens zou al dat geld niet eens uit kunnen geven. Gigantische overnames met astronomische sommen geld, om maar zo hoog mogelijk op de wereldranglijst te komen.

Veel gemeenten en bouwend Nederland hebben ook boter op hun hoofd. Wat moeten we met al die nieuwe kantoorgebouwen terwijl iedereen weet dat vanaf nu de werkende bevolking gaat krimpen? We hebben toch de verhoging van de WAO-leeftijd met bijbehorende discussie niet voor niets gevoerd. Maar ja een prestigieus kantoorgebouw op je gemeentegrond levert lekker veel geld op.

Rudy Stroink, van bouwbedrijf TCN dat vorig jaar zelf in de problemen raakte, verwoordde het deze week in de NRC heel mooi: De Nederlandse bouw is nog steeds in de greep van het naoorlogse optimisme: het maakt niet uit wat we bouwen, het komt toch wel vol. Hij geeft aan dat als je alle bouwprojecten in Nederland optelt dan hebben we wel 30 miljoen Nederlanders nodig om alles gevuld te krijgen. Tja en daar zitten we nu net niet op te wachten.

Hopelijk zien we door de huidige crisis in dat ook Nederland het einde van zijn groei heeft bereikt. Dat is toch mooi, dan kunnen we ons geld tenminste zinvoller besteden dan steeds maar weer aan nieuwe uitbreiding? Dan komen we eindelijk toe aan de kwaliteit van ons bestaan. Er is nog zoveel te verbeteren op kleinere schaal. De binnensteden van de grote kernen mogen best wat groener en kindvriendelijker. De leefbaarheid voor bejaarden en zieken kan ook wel een duw gebruiken, want die leven nog steeds op een schamel aantal vierkante meters, zoals ik al in een eerdere column verwoordde.

Onlangs kwam ik een boek tegen met de aansprekende titel: Hou het klein – een economische studie waarbij de mens weer meetelt van E.F. Schumacher. Opvallend is dat het reeds geschreven is in 1973 maar het heeft nog niets aan actualiteit ingeboet. Eigenlijk is precies gebeurd waar Schumacher al voor waarschuwde. Hij geeft treffend weer waarin het kapitalistische materialisme tekort schiet. Wij gaan uit van de veronderstelling dat naarmate er meer welvaart komt, al het andere wel terecht komt en dat geld almachtig is. Helaas is het tegendeel meer dan bewezen. Hij gaf in 1973 aan dat we ons moeten heroriënteren, wat zowel inspanning van de verbeelding vraagt als het afleggen van onze angst.

Een ontroerend en nog altijd actueel boek dat ik zeer aanbeveel. En laten we vooral de boodschap ter harte nemen.

donderdag 5 november 2009

Ik feministe? Hoe kom je erbij!

Feministe, dat krijg ik nog wel eens naar mijn hoofd geslingerd als ik weer eens fel van leer getrokken ben over de ongelijkheid van vrouwen op de werkvloer. Zie ik er uit als een vrouw zonder bh in een tuinbroek? Ben ik een BOM-moerder? Nee toch. Nou dan.

Het woord feministe heeft op mij niet een echt positieve klank. Vrouwencafés. Mannenhaatsters. Tegendraads. Aanschoppend tegen de heilige huisjes. De stereotypen en vooroordelen waar natuurlijk niets van klopt, maar toch ze zijn er. Bij deze stereotypen voel ik mij niet thuis. Zo ben ik absoluut niet. Ik hou juist ontzettend veel van mannen. Kan buitengewoon goed met ze overweg. Heb zelf jarenlang met mannen samengewerkt in vergelijkbare “mannenberoepen”. Daarnaast ben ik zelf moeder en neem ik geregeld de verzorgende taak voor mijn rekening terwijl mijn man de echte mannendingen doet.

Maar ik kan het gewoon niet voor mij houden als vrouwen een ondergeschikte rol hebben op de werkvloer. Daar moet ik gewoon wat aan doen. Het is zeker niet zo dat alleen mannen vrouwen dit aandoen, het ligt ook aan de vrouwen zelf. Vaak zijn het de hele subtiele dingen die het hem doen. Neem alleen al de ingebedde vooroordelen in de taal. Zoals de vrouwen die zichzelf naar beneden halen door te praten over hun “collegaatje”, gruwel. Of wanneer ik zelf wordt aangesproken als “directrice” van mijn eigen bedrijf, jakkes.

Ongelijke pensioenopbouw
In mijn carrière ben ik heel wat discriminatie op de werkvloer tegengekomen. Toen ik begon met werken kon ik niet zoals mijn mannelijke collega’s in het pensioenfonds. Mannen konden daar vanaf hun 25e jaar in, vrouwen pas vanaf hun 30ste. Ik kon toen niet begrijpen waarom dat zo was maar dat werd mij fijntjes uitgelegd. Vrouwen werkten over het algemeen toch maar tot hun 30ste en stopten dan met werken om zich aan hun gezin te wijden. Afijn ik heb het daar niet bij gelaten en ben in actie gekomen. Door mijn inspanning zijn de regels bij mijn toenmalige werkgever veranderd en kon ik vanaf mijn 27ste ook in het pensioenfonds. Ik heb wel twee jaar gemist.

Ongelijkheid in salaris
Ooit tijdens een salarisronde vond ik dat ik er erg weinig bij had gekregen terwijl ik al mijn targets had gehaald en een goede beoordeling had gekregen. Mijn baas was niet voor rede vatbaar. Ik sprak mijn ongenoegen daarover uit tegen een van mijn directe collega’s. Hij had wel de volle verhoging gehad, terwijl hij zeker niet betere resultaten gehaald had dan ik. Maar hij vond het normaal dat hij meer verhoging had gekregen dan ik, want tenslotte was hij hoofdkostwinner met een hypotheek op zijn schouders die een gezin, waarvan de vrouw niet werkte, moest onderhouden. Ik wist niet wat ik hoorde. Ik had mijn collega wel over het bureau willen trekken. Hem heb ik nooit meer serieus genomen.

Ongelijkheid bij sollicitaties
Deze week kreeg Prof. Dr. Naomi Ellemers, hoogleraar Sociale en Organisatiepsychologie aan de Universiteit van Leiden de KNAW Merianprijs voor vrouwen uitgereikt (foto door: Charlotte Marres). De prijs is begin dit jaar ingesteld om de zichtbaarheid van vrouwen in de wetenschap te bevorderen en de deelname van vrouwen te stimuleren. Ellemers krijgt de prijs voor haar onderzoek naar het belang van sociale identiteit in groepen en discriminatie op de arbeidsmarkt. Zij constateerde dat er veel subtiele en onbewuste discriminatie plaatsvindt tegen vrouwen. Dit komt bijvoorbeeld tot uitdrukking bij sollicitaties waarbij vrouwen met een gezin gevraagd wordt hoe zij hun werk met hun gezin denken te gaan combineren. Aan mannen worden dergelijke vragen nooit gesteld.

Ongelijke arbeidsvoorwaarden
Ik heb een aantal jaren als accountmanger met een landelijke klantengroep het hele land doorgereden van Goes tot Appingedam in een kleine erg oncomfortabele leaseauto. Als ik er aan terugdenk krijg ik weer pijn in mijn rug. Toen een collega vertrok en een wat luxere auto achterliet, vroeg ik mijn baas of ik zijn auto mocht overnemen. Mijn baas weigerde, ik moest mijn eigen leasecontract eerst uitdienen. Omdat ik het niet accepteerde ben ik met hem in discussie gegaan en uiteindelijk was zijn antwoord: dan hebben jullie twee luxe auto’s voor de deur staan, dat is toch nergens voor nodig. Hij maakte daarbij misbruik van de kennis over mijn privésituatie.

Ook mannen worden ongelijk behandeld
En zo kan ik nog wel meer voorbeelden aanreiken waarbij mannen en vrouwen op de werkvloer anders behandeld worden, om nog maar te zwijgen over het verschil in salaris dat er jarenlang geweest is. Ook mannen hebben met vooroordelen te maken. Zo hoor ik geregeld dat mannen best een dag minder willen werken, maar dat het schadelijk is voor hun carrière. En momenteel loopt er een discussie of het aantal verlofdagen voor vaders na de geboorte van een kind omhoog zou moeten. Een goede ontwikkeling!

Ben ik een feministe, omdat ik dergelijke ongelijkheid aan de orde stel? Nee hoor, beslist niet. Dat heeft met gevoel van onrecht te maken en met het feit dat ik discriminatie niet kan verdragen. Ik laat mij tenminste horen en dat is wat veel meer mensen zouden moeten doen.